Hoe terecht is de kritiek op pulsvisserij?

In de serie opinieartikelen in het Friesch Dagblad, die op initiatief van de Waddenacademie tot stand komen is een artikel verschenen van Prof. dr. Adriaan Rijnsdorp, visserijbioloog sinds 1980 en verbonden aan Wageningen University & Research.

Pulswing. Foto: Wageningen Marine Research

Het Europees parlement stemde in januari voor een verbod op pulsvisserij. De stemming volgde op protesten van vooral Franse en Engelse kustvissers en een agressieve campagne van de Franse milieuorganisatie Bloom die de pulsvisserij met elektrocutie vergeleek. De buitenlandse vissers verwijten de pulsvissers dat zij hun visgronden leegvissen en in een kerkhof veranderen. Zo stelt een Belgische garnalenvisser ,,nadat pulsvissers passeren, vangen we enkel dode vis met brandwonden, dode tong en gebroken kabeljauw”. Maar ook in Nederland is er kritiek. Garnalenvissers vrezen dat de stroomstoten de voortplanting van eidragende garnalen verstoort en voor extra sterfte zorgt.

De pulsvisserij wordt al een aantal jaar onderzocht. Wat weten we? In de pulsvisserij zijn de kettingen van de boomkor, die de bodem omwoelen om de platvis op te jagen, vervangen door electroden die stroomstootjes afgeven waardoor vissen anderhalve seconde verkrampen en niet meer kunnen wegzwemmen. In het net houdt de verkramping op en kunnen de kleine vissen door de mazen ontsnappen. Het pulstuig vangt meer tong en de brandstofkosten zijn lager dan in de traditionele boomkor. Om het tongquotum op te vissen is zowel de verstoring van de zeebodem als de uitstoot van CO2 gehalveerd. Tenslotte lijkt de overleving van de ondermaatse platvis hoger. Al met al belangrijke verbeteringen ten opzichte van de traditionele boomkorvisserij.
Aan de andere kant weten we dat verkramping tot botbreuken kan leiden. Dit is waargenomen bij kabeljauw en wijting maar niet bij tong, schol en schar. In laboratorium proeven met garnaal en zeepier zijn geen schadelijke effecten gevonden.

Uit onderzoek naar de sociaal economische gevolgen blijkt dat de omschakeling voor de pulsvissers een belangrijke verbetering is geweest. Wat de effecten zijn voor andere vissers is niet onderzocht. Dat andere vissers, die pulsschepen op hun visgronden zien verschijnen, benadeeld kunnen worden, is zeker mogelijk. Het lichtere pulstuig kan gebruikt worden in gebieden die met de traditionele boomkor moeilijk bevisbaar zijn. Vissers zijn elkaars concurrenten. Er zijn legio voorbeelden dat een nieuw en efficiënter vistuig het traditionele vistuig wegconcurreert.

Deze discussie is van alle tijden. Al in 1583 beklaagden vissers zich bij Willem van Oranje over een nieuwe vismethode - de boomkor - die alle vis zou wegvissen en het voedsel voor de vis zou vernietigen.

Overbevissing

De vrees dat de hogere vangstefficiëntie het risico op overbevissing in de tongvisserij vergroot, is ongegrond omdat de visserijinzet beperkt wordt door het beschikbare tongquotum. Voor de garnalenvisserij, waar de puls een veelbelovende innovatie is om de ongewenste bijvangst van vis te verminderen, is dit wel een zorg omdat de visserijdruk op garnalen enkel begrensd wordt door een vergunningstelsel.

Het onderzoek naar mogelijke negatieve effecten is nog in volle gang. In opdracht van het ministerie van LNV werken onderzoekers van Wageningen Marine Research, Wageningen Universiteit, het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en het Belgische visserijonderzoek (ILVO) samen in een vierjarig onderzoeksprogramma dat in 2019 de plussen en de minnen van de pulsvisserij in kaart moet brengen. De onderzoeksvragen zijn deels gebaseerd op zorgen van belanghebbenden (natuurorganisaties, vissers, buitenlandse overheden) al kunnen natuurlijk niet alle vragen worden onderzocht.

Een van de uitdagingen is om de verschillen in gevoeligheid tussen diersoorten te verklaren. Als we het hier achterliggende mechanisme begrijpen, dan kunnen we de mogelijke effecten voor de levensgemeenschap voorspellen zonder iedere diersoort apart te onderzoeken.

Ook wordt onderzocht of de stroomstootjes de ecologische functies van bodemdieren beïnvloeden. Bodemdieren spelen een belangrijke rol in de zuurstofvoorziening van de zeebodem en voor de uitwisseling van voedingsstoffen tussen de zeebodem en het water. Naast dit onderzoeksprogramma voor de pulsvisserij op de Noordzee is dit jaar ook een onderzoeksproject gestart dat zich richt op de garnalenpulsvisserij.

Als we nu de tussenbalans opmaken, wordt duidelijk dat het door Bloom geschetste beeld van een vismethode die het zeeleven elektrocuteert - dat de besluitvorming in het Europarlement sterk heeft beïnvloed - onjuist is. De pulstechniek kan juist een grote bijdrage leveren in het verbeteren van de selectiviteit en het verminderen van de ecologische schade van de visserij.

Het is te hopen dat in de komende politieke besluitvorming de wetenschappelijke informatie wel zal worden gebruikt.

Meer informatie over het onderzoek en resultaten vindt u op www.pulsefishing.eu.

Dit artikel verscheen op 3 maart in het Friesch Dagblad.

Bekijk ook het overzicht van alle sinds mei 2011 verschenen Opinieartikelen.