Verkiezing Waddenwoord
Het Waddengebied kent vele bijzondere woorden. Denk bijvoorbeeld aan ‘stuifdijk’, ‘tuunwal’, ‘zandhonger’ en ‘slufter’. Het woord ‘wad’ is zelfs het oudste bekende Nederlandse woord! Om die woorden in het zonnetje te zetten én om aandacht te vragen voor het Waddengebied, organiseren Genootschap Onze Taal en de Waddenacademie dit jaar de verkiezing van hét Waddenwoord.
In juni deden het Genootschap Onze Taal en de Waddenacademie een oproep aan mensen op om hun woord voor het ultieme Waddenwoord in te dienen. Deze oproep resulteerde in ruim 400 inzendingen.
Een deskundige jury, bestaande Arno Brok (bestuurder), Marijke Bakker (scholier), Mathilde Jansen (taalwetenschapper), Albertina Soepboer (dichteres) en Henk Tameling (docent) koos uit al deze inzendingen vijf woorden. De vijf woorden verwijzen naar het samenspel van zee en land dat zo kenmerkend is voor het Waddengebied.
Op 10 september werd tijdens het 26e Symposium van de Waddenacademie het winnende woord: Zilt bekendgemaakt.
De vijf genomineerde waddenwoorden:
Búttendyks
Het gebied aan de buitenkant van de zeedijk, op de grens van water en land.
Ingezonden door Jan Holwerda, Schiermonnikoog: ‘Wy gaie even búttendyks’, zeiden de Schiermonnikoger vissers vroeger.’
Kwelder
Een begroeid stuk land dat bij laagwater droog ligt en bij hoogwater kan overstromen.
Ingezonden door Daniël Coenen, Leeuwarden: ‘Geur en kleur, nat en droog, bodem voor flora en fauna.’
Slenk
Een geul tussen bij laagwater droogvallende gronden.
Ingezonden door Klaas Zwaan uit Stavoren: ‘Door de slenk stroomt eb en vloed en daarmee het leven van het wad.’
Wadlopen
Bij laagwater te voet over het wad gaan.
Ingezonden door Marja Out uit De Rijp: ‘Geweldige natuur en nog een beetje gevaarlijk ook: wadlopen is iets wat je alleen op de Wadden kunt doen.’
Zilt
Zoutachtig; zoeter dan zeewater maar zouter dan brak water.
Ingezonden door Sytske Jellema uit Brussel: ‘De zoute zee, het gejutte hout, korrelig zand tussen je tenen … op de Wadden ademt, voelt en proeft alles zilt.'