Opwarming van de Waddenzee leidt tot minder schelpdieren
Het NIOZ verzamelt in de westelijke Waddenzee op het Balgzand al sinds 1970 met steeds dezelfde methoden gegevens over de talrijkheid van verschillende soorten schelpdieren, krabben en garnalen. Uit de dataserie blijkt dat er van jaar tot jaar sterke fluctuaties zijn. De aantallen gevonden jonge schelpdieren, zoals kokkels, mossels en nonnetjes waren hoog in zomers volgend op een strenge winter. In de voorjaarperioden na een strenge winter waren krabben en garnalen juist schaars aanwezig op het wad. Deze bij veldmetingen gevonden verbanden tussen de talrijkheid van schelpdieren en hun roofvijanden zijn ook experimenteel bevestigd. Als een stukje wadbodem wordt afgeschermd tegen krabben en garnalen, dan neemt het aantal jonge schelpdieren daarbinnen sterk toe. Die toename wordt echter meteen weer teniet gedaan wanneer er vervolgens krabben en garnalen worden geïntroduceerd in het afgeschermde gebiedje.
Schelpdieren spelen in de Waddenzee een sleutelrol als voedsel voor vogels als scholekster, eidereend en veel trekvogels. De huidige dalende trend in de aantallen van deze vogels in de Waddenzee wordt toegeschreven aan lage schelpdierenstand als gevolg van lange reeksen van opeenvolgende zachte winters. Volgens Jan Beukema ziet de toekomst van de schelpdieren en vogels in de Waddenzee er niet rooskleurig uit. “Naar verwachting worden door de opwarming strenge winters steeds zeldzamer” stelt hij. “In de afgelopen tientallen jaren zijn de eerste tekenen van verschuiving al te zien: op het wad nemen de aantallen garnalen in het voorjaar toe en tegelijk is er bij enkele soorten schelpdieren een afnemende trend waar te nemen in de getalsterkte van de jaarlijkse nieuwe generaties”.
Artikelen:
J.J. Beukema & R. Dekker (2014). Variability in epibenthic predator abundance links winter temperatures and bivalve recruitment: correlative evidence from long-term data in a tidal flat. Mar. Ecol. Prog. Ser. 513: 1-15. Doi: 10.3354/meps10978.
R. Dekker & J.J. Beukema (2014). Phenology of abundance of bivalve spat and of their epibenthic predators: limited evidence for mismatches after cold winters. Mar. Ecol. Prog. Ser. 513: 17-27. Doi: 10.3354/meps10989.