De gewone en grijze zeehonden worden tijdens de reproductie en verharing geteld op de zandplaten in de Waddenzee, gewone zeehonden in augustus en grijze zeehonden in maart/april. Gedurende de zoogperiode wordt het aantal pups geteld, voor gewone zeehonden is dit in juni/juli, voor de grijze zeehonden is dit in december/januari.
In de periode 2002 – 2017 zijn de aantallen getelde gewone zeehonden toegenomen tot bijna 8500 dieren. De aantallen grijze zeehonden zijn toegenomen tot ruim 4000 dieren. Vooral bij de gewone zeehonden nemen de getelde aantallen de laatste jaren weinig meer toe. Mogelijk wordt de draagkracht van de Waddenzee voor deze soort benaderd. Het is nog onduidelijk hoe dit komt. Zowel maatschappelijke factoren zoals recreatie en scheepvaart als fysische en biologische factoren, zoals voedselbeschikbaarheid kunnen hieraan bijdragen.
De gewone zeehonden gebruiken verschillende ligplaatsen: tijdens de reproductie maken ze relatief meer gebruik van de oostelijk deel van de Waddenzee en tijdens de verharing relatief meer van het westelijk deel. In de loop van de jaren is de verspreiding van de zeehonden veranderd, in sommige gebieden nemen de aantallen niet meer toe terwijl dat in andere gebieden wel het geval is.
Onderzoekers van Wageningen Marine Research tellen jaarlijks aantallen gewone zeehonden en grijze zeehonden in de Waddenzee om het internationale beheer van en het beleid voor de zeehondenpopulaties te ondersteunen. Deze tellingen worden uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en zijn onderdeel van de Wettelijke Onderzoekstaken Natuur en Milieu.
Lees het rapport Monitoring van gewone en grijze zeehonden in de Nederlandse Waddenzee, 2002-2017 (1,7 mb)
Populatie gewone zeehonden in de Nederlandse Waddenzee
Populatie grijze zeehonden in de Nederlandse Waddenzee