Uit het bestuderen van het voorkomen van fossiele schelpen kon men vaststellen dat deze soort twee miljoen jaar geleden in Europa uitstierf. Langs de Amerikaanse kust kon het dier zich wel handhaven. In eerste instantie nam men aan dat de scheepvaart, die na de ontdekking van Amerika door Columbus tussen Europa en Amerika ontstond, de herintroductie van de strandgaper in onze wateren mogelijk maakte. Het was niet aannemelijk dat de vrij zwemmende larven de oceaan konden over steken. Maar de vondst van fossiele schelpen in Denemarken die in de 12e en 13e eeuw geleefd moesten hebben, wierp een nieuw licht op deze zaak. Men trok de conclusie dat de zeereizen van de Vikingen, zo’n 200 jaar eerder Noord-Amerika aandeden, wel eens een belangrijke rol speelden bij de herintroductie van de strandgaper langs de kusten van de Noordzeelanden.