Foraminiferen zijn piepkleine diertjes die een huisje van kalk hebben. Ze zijn algemeen in de wadbodem en komen voor tot een diepte van dertig centimeter. Daar heersen vaak zuurstofloze omstandigheden. Wetenschappers vragen zich af hoe de diertjes zich er kunnen handhaven. Mogelijk spelen bacteriën die in de foraminiferen huizen hierbij een rol.
Het zuurstofgehalte in de wadbodem verschilt sterk per locatie (zie vorige WadWeten). Op veel plekken is de bodem beneden een diepte van enkele centimeters al zuurstofloos. Foraminiferen zitten weliswaar vooral in de zuurstofrijke bovenste centimeters maar kunnen ook op grotere dieptes nog overleven. Een van de theorieën waarom ze het hier waarschijnlijk zelfs maandenlang kunnen uithouden, is dat ze het celmetabolisme op een heel laag pitje zetten. Verder stappen de foraminiferen onder zuurstofloze condities mogelijk over op denitrificatie om de verbranding op gang te houden. Hierbij is geen zuurstof nodig maar wordt een interne voorraad van nitraat benut. Het is onduidelijk of de cellen dit proces zelf verzorgen of dat bacteriën in de cellen dit faciliteren. In een recente publicatie zijn daarom doormiddel van elektronenmicroscopisch onderzoek foraminiferen uit het Waddengebied onderzocht op de aanwezigheid van bacteriën.