Size-dependent predation risk for young bivalves

Auteur: Henrike Andresen
Datum: 8 januari 2013
Universiteit: Vrije Universiteit Amsterdam

Een klein verschil in lichaamsgrootte heeft een grote invloed op de overlevings­kans van jonge schelpdieren, concludeert Henrike Andresen in haar proefschrift. Zij onderzocht predatie door kreeftachtigen op tweekleppige schelpdieren in de vroege fase van het bodemleven.

Het aantal tweekleppige schelpdieren in de Waddenzee schommelt sterk van jaar tot jaar. De verschillen ontstaan vooral in de eerste maanden van het leven van de schelpdieren, wanneer ze nog klein zijn en ze zich net vestigen in de wadbodem. In zomers na een hele koude winter bleken er meer schelpdieren te overleven dan na een gematigde winter. Na een koude winter zijn er minder predatoren van de kleine schelpjes, zoals Noordzeegarnalen en strandkrabben, die ook later in het jaar op het wad aankomen. De jonge schelpdieren zijn dan in staat om al wat groter te groeien, waardoor ze minder snel opgegeten worden door deze garnalen en krabben.

In haar promotieonderzoek heeft Andresen de rol van de lichaamsgrootte in deze predator-prooi-relatie nader onder de loep genomen. Op basis van haar onderzoek concludeert ze dat het normaal is dat jonge schelpdieren van een bepaalde grootte op grote schaal opgegeten worden. Meestal treft het de kleinste individuen. Het was heel opvallend hoe een klein verschil in grootte al een sterk effect kan hebben.

Tweekleppige schelpdieren maken een groot deel uit van de bodemdieren in de Waddenzee. Ze zijn ook een belangrijke voedselbron voor trekvogels. Door klimaatverandering lijkt het erop dat kreeftachtigen steeds vroeger in de Waddenzee aankomen, waardoor de schelpdiertjes steeds minder kans krijgen. Dit kan ook grote gevolgen hebben voor de trekvogels in de Waddenzee.

Bron: Vrije Universiteit Amsterdam

Download het volledige proefschrift Size-dependent predation risk for young bivalves (pdf 5,8 Mb).