Spatial demography of black-tailed godwits

Metapopulation dynamics in a fragmented agricultural landscape

Auteur: Rosemarie Kentie
Datum: 9 januari 2015
Universiteit: Rijksuniversiteit Groningen

Hoe is het mogelijk dat de grutto, een icoonsoort van het Nederlandse weidelandschap, al jaren in aantal afneemt, ondanks de miljoenen euro’s aan overheidssubsidies? Intensivering van de landbouw is de hoofdoorzaak, maar om de achteruitgang beter te begrijpen, is het noodzakelijk om de populatiedynamica te doorgronden.

Dat hebben we gedaan in dit proefschrift. We hebben in het veld onderzocht welke grutto wanneer terugkwam, wat de jaarlijkse overlevingskans van jonge en volwassen grutto’s was, waar deze gingen broeden en met wie, en of hun nesten succesvol uitkwamen.

Hiermee konden we berekenen of er genoeg jonge grutto’s groot werden om sterfte van volwassen grutto’s te compenseren. We hebben populaties uit zowel kruidenrijke natte weilanden, vaak speciaal beheerd voor weidevogels, en moderne kruidenarme graslanden van de geïntensiveerde agrarische landbouw met elkaar vergeleken. Op kruidenrijke weilanden kwamen in de meeste jaren net voldoende jongen groot, en de populatie was een zogenaamde ”bron”. Op moderne graslanden kwamen onvoldoende jongen groot, waardoor de populatie hier een “put” vormde. Toch kon de populatie op kruidenrijke weilanden niet in aantal groeien, omdat er teveel jongen zich gingen vestigen in putgebieden.

Hoe kunnen we voorkomen dat het aantal grutto’s niet nog meer in aantal afneemt? De effectiefste maatregel is om ervoor te zorgen dat gruttokuikens een hogere levensverwachting hebben. Momenteel worden de meeste kruidenrijke weilanden op 15 juni gemaaid, maar dan kan 40% van de kuikens nog niet vliegen. Verder uitstel van maaien van de weilanden die toch al speciaal voor weidevogels worden beheerd, zou een effectieve maatregel zijn.


Download het proefschrift Spatial demography of black-tailed godwits - Metapopulation dynamics in a fragmented agricultural landscape van de website van de Rijksuniversiteit Groningen.