Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Amerikaanse zwaardschedes zijn vis- en vogelvoer

Door: Tim van Oijen
Datum: 27 augustus 2010

Begin jaren tachtig werd het uitheemse schelpdier de Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus) voor het eerst in de Waddenzee waargenomen. Sindsdien zijn de aantallen van deze tweekleppigen sterk toegenomen. Op sommige plaatsen zitten er tientallen in een vierkante meter wadbodem. Uit onderzoek blijkt dat ze inmiddels een belangrijke voedselbron voor diverse vis- en vogelsoorten van de Nederlandse kust zijn.

In onze kustwateren komen meerdere soorten zwaardschedes voor. Deze schelpdieren danken hun naam aan de lange, lichtgebogen vorm van de schelp. De grote zwaardschede (Ensis arcuatus) was  lange tijd de meest algemene soort. Zeldzamere soorten zijn de slanke en de brede kleine zwaardschede (resp. Ensis ensis ensis en Ensis ensis phaxoides). Zwaardschedes zijn eenvoudig te onderscheiden van de kleine tafelmesheften (Ensis minor), die weliswaar ook langgerekt zijn, maar niet gebogen.

Eind jaren zeventig werd de Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus, afb. 1) geïntroduceerd in de Noordzee. Deze komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Vermoedelijk zijn larven meegekomen in het ballastwater van oceaanschepen die de haven van Hamburg aandeden. Inmiddels is het dier een  veelvoorkomende soort langs de gehele Nederlandse kust. Uit tellingen van de onderzoeksinstituten IMARES en NIOZ blijkt dat met name in het afgelopen decennium de populatie sterk is gegroeid. In de Waddenzee worden nu regelmatig dichtheden aangetroffen van tientallen individuen per vierkante meter.

Lekker hapje

De vraag is of de Amerikaanse zwaardschede een belangrijke voedselbron is geworden voor andere dieren. Het is in potentie een aantrekkelijk hapje, aangezien de schelpen vrij dun zijn en de hoeveelheid vlees juist relatief groot. De schelpen kieren ook nog eens. Andere schelpdieren zoals kokkels en mosselen hebben veel zwaardere verdedigingswerken: dikke schelpwanden en sterke sluitspieren die de schelphelften stijf bijeen houden bij een aanval door een vogel of vis. De Amerikaanse zwaardschede moet het vooral hebben van zijn onhandige vorm. Door zijn lengte is hij moeilijk in zijn geheel naar binnen te werken door roofdieren. Verder heeft het dier een grote stevige voet, waarmee hij zich indien nodig snel in de bodem kan ingraven, tot wel een halve meter diep.

Uit onderzoek is gebleken dat eidereenden en scholeksters in de Waddenzee Amerikaanse zwaardschedes eten. Waarschijnlijk profiteren ze vooral van periodes met massale natuurlijke sterfte van de schelpdieren (afb 2). Verder is recentelijk vastgesteld dat de schelpdieren ook op het menu staan van vissen en vogels in de Noordzee. Uit analyse van de maaginhoud van de platvissen schol en tong bleek dat een significant deel van hun dieet bestaat uit de Amerikaanse zwaardschede, variërend van 20 tot 100 procent. Bij veel zwarte zee-eenden en zelfs bij vrijwel alle onderzochte eidereenden werden eveneens resten van het schelpdier in de maag aangetroffen.

De beschikbaarheid van de zwaardschedes als voedsel hangt sterk af van het optreden van massasterfte, en verder van de grootte en ingraafdiepte van het dier. Alleen kleinere exemplaren kunnen door vogels en vissen uit de bodem worden getrokken - of delen ervan, met name de sifons. Daarom is het geen betrouwbare voedselbron en zullen rovers ook andere prooien moeten blijven vangen.

Veranderende voedselketens

De komst van de Amerikaanse zwaardschede heeft het ecosysteem van Noordzee en Waddenzee veranderd. Zo heeft hij in het dieet van de eidereend de plaats van de halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata) goeddeels ingenomen. Ook komt de afname in de aantallen van de grote zwaarschede en de slanke en brede kleine zwaardschede in de Noordzee waarschijnlijk gedeeltelijk door de toegenomen concurrentie door hun Amerikaanse neef.

Bronnen

Tulp, I., J. Craeymeersch, M. Leopold, C. van Damme, F. Fey and H. Verdaat (2010). The role of the invasive bivalve Ensis directus as food source for fish and birds in the Dutch coastal zone. Estuarine, Coastal and Shelf Science, doi: 10.1016/j.eccs.2010.07.008.

www.anemoon.org