De Kinderkamer van de Noordzee
Door: Maria van Leeuwe
Datum: 12 februari 2010
De Waddenzee is de kinderkamer voor veel vis uit de Noordzee. Na het uitkomen van de eieren trekken veel jonge vislarven in het vroege voorjaar de Waddenzee binnen. Het warmere zeewater, het rijke voedselaanbod en de afwezigheid van predatoren bieden de ideale omstandigheden om op te groeien. Maar voor sommige vissoorten lijkt de klimaatverandering roet in het eten te gooien.
Jonge platvis
Onder de soorten die gebruik maken van de kinderkamer bevinden zich de schol en tong. De jonge schol trekt begin april als eerste naar de Waddenzee. Zij heeft een relatief lang groeiseizoen en verblijft meer dan vier maanden in de Waddenzee.
De jonge tong komt later aan, en verblijft er ook korter. Zij maakt een snelle groei door tussen mei en juli. Eind augustus zijn de eerstejaars tong en schol weer weggetrokken uit de Waddenzee.
Veranderingen in de laatste dertig jaar
De laatste decennia is de bezetting van de kinderkamer aan het veranderen. Door overbevissing in de Noordzee (zie WadWeten 29-01-2010) trekt er minder vis naar de Waddenzee. Zeer waarschijnlijk zijn de populaties in de Waddenzee zelf afgenomen door de bijvangst van lokale visserijactiviteiten.
Hoewel schol en tong sinds de jaren zeventig in de Waddenzee in aantal zijn afgenomen, blijkt de eerstejaars tong gemiddeld met 20% in lengte te zijn toegenomen. Tegelijkertijd zijn er onderling verschuivingen opgetreden. Waar vroeger de schol de tong ruimschoots overtrof in aantallen, zijn nu de verhoudingen min of meer gelijk. Deze laatste veranderingen zijn terug te voeren op het klimaat.
Klimaatverandering
Het zeewater in de Noordzee en de Waddenzee is geleidelijk aan het opwarmen. Voor de tong is dit gunstig. De eieren van deze soort komen bij hogere temperaturen sneller tot ontwikkeling. De jonge vis kan daardoor eerder de Waddenzee opzoeken. Sinds de jaren zeventig is het groeiseizoen van de tong met bijna 20% verlengd.
Voor de schol is de opwarming tot nog toe minder profijtelijk geweest. Deze soort verkiest koelere wateren en kent een noordelijker verspreidingsgebied dan de tong. De ontwikkeling van de eieren is de afgelopen jaren nauwelijks versneld. De lengte van het groeiseizoen van de schol is met nog geen 5% toegenomen.
Ook de jonge schol in de Waddenzee profiteert niet van de opwarming; zij heeft er eerder last van. Terwijl de jonge tong zelfs bij temperaturen boven de 25 graden goed gedijt, neemt bij de schol de groei al af boven de 20 graden Celsius.
Jng schl, llnstnd, rstg krktr, zkt kndrkmr
In de zomer komt de temperatuur van het zeewater in de Waddenzee regelmatig boven de 20 graden Celsius uit. Met de stijging van de temperatuur door de klimaatverandering worden de omstandigheden in de Waddenzee voor de schol steeds ongunstiger. In de toekomst zal deze vis wellicht moeten uitwijken naar een andere, koelere kinderkamer.
Bron
Teal en anderen (2008) Marine Ecology Progress Series 358: 219-230
HW van der Veer, R Dapper & J IJ Witte (2001) Journal of Sea Research 45: 271-279