Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Het timemanagement van scholeksters

Door: Tim van Oijen
Datum: 1 april 2011

De zomertijd is ingegaan. En met het mooie weer van de afgelopen weken zit het voorjaarsgevoel er goed in, ook op het wad! Half april begint voor scholeksters het broedseizoen. Een drukke tijd waarin ze voedsel moeten verzamelen en tegelijkertijd hun legsels tegen roofvogels moeten verdedigen. Hoe combineren ze dat?

Het dagelijks leven van een scholekster ziet er op het eerste gezicht niet ingewikkeld uit.  Een beetje stampen door de modder, schelpen slopen en de inhoud eten, wat relaxen... alleen tijdens de broedtijd komen daar nogal wat taken bij. Er moet een nest worden gemaakt, eieren gelegd en uitgebroed en daarna kuikens veilig worden grootgebracht. Scholeksters blijven gedurende het broedseizoen voedsel voor henzelf en later ook voor hun kroost verzamelen. Dit in tegenstelling tot de eidereend, die zich al eerder tonnetje rond moet eten om tot broeden te kunnen komen (zie Wadweten 11 maart 2011). De scholeksters verdelen tijdens het broedseizoen hun tijd strategisch tussen periodes dat ze op het nest zijn en periodes dat ze voedsel zoeken. Duitse wetenschappers onderzochten het scholekstergedrag door ze met GPS-ontvangers uit te rusten.

Scholekster tracking

Het onderzoek werd uitgevoerd op het Duitse Waddeneilandje Oland, dat in de Duitse bocht ligt (zie kaartje). Daar zitten zo'n  340 broedparen, die op het omliggende wad hun voedsel verzamelen.
De wetenschappers voorzagen in mei de staarten van negen scholeksters van een GPS-ontvangertje met een datalogger die bijhield waar de vogel wanneer was. Deze elektronica woog maar 18 gram, nog geen 4% van het gewicht van een scholekster (ongeveer een halve kilo). Daarom zijn de neveneffecten ervan waarschijnlijk niet groot. De loggers konden gedurende max. 36 uur gegevens verzamelen, daarna was het batterijtje leeg.

Het lukte wetenschappers om acht van de negen vogels terug te vangen, zodat de data konden worden uitgelezen. De scholeksters bleken ruim tachtig procent van hun tijd in hun broedterritorium door te brengen. De rest van de tijd waren ze op pad om voedsel te verzamelen. De duur van een voedseltrip varieerde tussen de 8 en 143 minuten. 's Nachts durfden de vogels langer en verder van het nest te gaan dan overdag. Ze bleven overdag waarschijnlijk dichter bij huis omdat ze extra op hun hoede moeten zijn voor meeuwen of roofvogels die het op de eieren of jongen hebben voorzien.

In eerder onderzoek werd vastgesteld dat scholeksters behoorlijk honkvast zijn met betrekking tot de plek waar ze hun voedsel vergaren. En hoewel de meeste individuen inderdaad naar hun eigen vaste stek gingen, maakten sommige toch af en toe een uitje naar een hele andere plek (zie figuur). Eén scholekster (aangeduid met lichtgeel) vloog tijdens vloed zelfs kilometers ver naar een meertje op het vasteland om eten te zoeken. Op de figuur is verder te zien dat de meeste vogels vooral tripjes naar de twee nabij gelegen getijgeulen maakten. Hier zitten namelijk veel schelpdieren. De vogels hielden uiteraard ook rekening met het getij want alleen op drooggevallen wad kunnen ze goed voedsel verzamelen. Scholeksters zijn vooral langs de waterlijn te vinden. Als een plaat net droog komt te liggen, is het namelijk een goed moment om bijvoorbeeld nonnetjes te vangen.

Teruglopende aantallen

De afgelopen decennia loopt het aantal scholeksters terug. Eén van de mogelijke oorzaken is een verminderde voedselbeschikbaarheid door de kokkelvisserij en overbevissing van de mosselbanken. De mechanische kokkelvisserij is inmiddels verboden; alleen het handmatig verzamelen kokkels is nog beperkt toegestaan. Verder wordt vanaf dit jaar mosselzaad alleen nog maar uit mosselzaadinvanginstallaties (MZI's) gehaald. Maar het is zeer de vraag of dit de enige oorzaken van de afname van de scholeksterpopulatie zijn. Ook het overstromen van broedgebieden kan bijvoorbeeld een oorzaak zijn (zie WadWeten 11 februari 2011). Uitgebreidere GPS-studies waarbij het gedrag van de scholeksters nader wordt onderzocht, kunnen belangrijke aanvullende informatie opleveren.

Bron:

Schwemmer, P. en S. Garthe (2011). Spatial and temporal patterns of habitat use by Eurasian oystercatchers (Haematopus ostralegus) in the eastern Wadden Sea revealed using GPS data loggers. Marine Biology 158: p.541?550. DOI 10.1007/s00227-010-1579-1.