Van het wad naar de Sieg en weer terug
Door: Gerbrand Gaaff
Datum: 6 september 2012
Volwassen zeeforellen leven in de kustwateren en de Waddenzee. Voor de voortplanting trekken ze naar rustige zijrivertjes van de Rijn, zoals de Sieg, waar ze hun eieren afzetten op de grindbedding. Uit oude verhalen is bekend dat er vroeger veel zeeforellen werden gevangen in de geulen van de Waddenzee. Tegenwoordig zwemmen er hooguit enkele duizenden rond, terwijl de Waddenzee in principe een prima habitat is voor deze soort. Wat is hier aan te doen?
Als een vrouwelijke zeeforel volgroeid is gaat ze op Rijnreis. Ze moet haar eieren namelijk afzetten tussen het grind van een ondiepe rivierbedding. De dichtstbijzijnde paaiplaatsen zijn de zijrivieren van de Rijn met als eerste de beste de Sieg, die in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen in de Rijn uitmondt. Dat is van oudsher ook een paaigebied voor zalmen. De Duitse natuur- en waterbeheerders doen er alles aan om de omstandigheden in deze rivier voor beide trekvissen te optimaliseren. Bovendien hebben zij al meerdere keren jonge zalmpjes en zeeforellen in de Sieg uitgezet als poging om de populaties te herstellen.
De jonge zeeforelletjes leven voor een tijdje als kleine zoetwatervis, met vooral insecten in hun dieet. In deze fase vallen er veel ten prooi aan grotere vissen, vogels en otters. Als de forelletjes ongeveer 20 centimeter groot zijn bestaat hun voedsel al voornamelijk uit vis. Tegen die tijd begint de trek naar zee, waarbij het lichaam zich aanpast aan het leven in zout water. Zalmen sterven na het paaien, maar een zeeforel kan de reis tussen de zee en het paaigebied meerdere malen maken.
Van wad naar Sieg
De Nederlandse zeeforellen hadden van oudsher twee routes voor hun reis naar Duitsland: De route Waddenzee-Zuiderzee-IJssel-Rijn, en de route kustwateren-Rijnmond-Rijn. Deze routes zijn nu voor een belangrijk deel gestremd door dammen, sluizen en stuwen. Maar de zeeforel blijkt een doorzetter: nog steeds weet een deel van de dieren via de spuisluizen in de Afsluitdijk een weg naar het IJsselmeer te vinden. Omdat dit veel minder dieren zijn dan er vroeger via de Zuiderzee naar de IJssel trokken kunnen deze doordouwers waarschijnlijk niet voor voldoende nageslacht zorgen om een grote populatie te kunnen handhaven.
De weg vrij
In het kader van het project Living North Sea werken veel organisaties rond de Noordzee aan maatregelen om de belemmeringen in de trekroutes voor vis weg te nemen. Overal worden vistrappen en hevelpassages aangelegd. Voor stekelbaarsjes werken deze maatregelen prima, maar voor zeeforellen is het verhaal nog even anders. Marc Bartelds, Masterstudent aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft in opdracht van het Waterschap Noorderzijlvest een overzichtsrapport geschreven over de maatregelen die het Waterschap zou kunnen nemen om de trekroutes voor de zeeforellen te vergemakkelijken. In het rapport staat een indrukwekkende overzichtskaart van de obstakels die er bestaan als een zeeforel via passages naar het Lauwersmeer en de Groninger waterlopen naar de IJssel zou willen trekken. Daar is geen beginnen aan. Bartelds concludeert dan ook dat het waterschap Noorderzijlvest zich beter kan richten op het verbeteren van de migratieroutes van andere trekvissen, die minder ver het zoetwatersysteem in trekken, zoals de stekelbaars, spiering en de rivierprik. Voor de zeeforellen is het beter om de doorgang in de Afsluitdijk te verbeteren. De sluis- en stuwloze 'migratierivier' die daarvoor is ontworpen is voor de zeeforel wellicht een werkbare maatregel.
Bron
Marc C. Bartelds, 2012: Sea trout in the Dutch Wadden Sea and adjacent freshwater streams
Links:
De migratierivier in de Afsluitdijk
RTV Drenthe heeft een zesdelige serie over vismigratie vanuit zee naar de Drentse beken uitgezonden. De serie "Ik wil alleen maar zwemmen" is gemaakt door Kunst en Wunderkammer en kan teruggekeken worden via de site van RTV Drenthe.