Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Zeester heeft weinig trek in de winter

Door: Tim van Oijen
Datum: 11 oktober 2012

We duiken dieper de herfst in. Met het dalen van de watertemperatuur worden veel dieren in de Waddenzee wat trager. Ook zeesterren. Volgens onderzoek eten deze kleurboekbeesten bij winterse temperaturen bijna niet meer. Door de opwarming van de zee door klimaatverandering zullen zeesterren ’s winters waarschijnlijk wat actiever blijven. Dat kan gevolgen hebben voor de stabiliteit van mosselbanken.

De gewone zeester (Asterias rubens) is algemeen in de Nederlandse kustwateren. In de Waddenzee kunnen er meer dan tien op een vierkante meter zitten. Een zeester voedt zich vooral met schelpdieren. Bij het verorberen van de prooi stulpt het dier zijn maag uit en wordt het slachtoffer al deels buiten het zeesterrenlijf verteerd. Dat zeesterren in de winter minder eten, was reeds bekend. Maar in welke mate hun mosselconsumptie afneemt was nog niet eerder onderzocht. Een onderzoeker van IMARES heeft hier naar gekeken als onderdeel van zijn nog lopende promotieonderzoek.

Zeesterren in bakken

De promovendus verzamelde gewone zeesterren en mosselen in de Oosterschelde en de Waddenzee. Hij plaatste in Yerseke maandelijks enkele tientallen zeesterren ieder in een eigen bak, samen met een klomp mosselen. De bakken werden continu ververst met zeewater uit de Oosterschelde. De watertemperatuur in de bakken volgde dus het temperatuurverloop van de zee. De helft van de bakken werd afgedekt; de andere helft ontving wel daglicht. Elke maand werd bepaald hoeveel mosselen de zeesterren aten. Zoals te verwachten was, nam de opnamesnelheid bij de overgang naar de winter sterk af. Bij een temperatuur van rond het vriespunt bleken de zeesterren weinig trek meer te hebben. In het voorjaar ging de opnamesnelheid weer sterk omhoog.

Behalve de temperatuur had ook de aanwezigheid van licht invloed op de vraatzucht van de zeesterren. Bij de laagste temperaturen bleken de zeesterren in de onbedekte bakken volledig te stoppen met eten, terwijl de dieren in de verduisterde bakken nog wel incidenteel een prooi verorberden. Waarschijnlijk eten zeesterren van nature meer in het donker omdat ze zich dan minder hoeven te verschuilen voor andere dieren waar ze zelf de prooi van zijn. De Waddenzee is bijzonder troebel en het licht dringt dus niet diep door. Daarom zijn in dit gebied opnamesnelheden te verwachten die vergelijkbaar zijn met die van de dieren in de verduisterde bakken.

Klimaatverandering

Volgens de onderzoeker is het, gezien de lage opnamesnelheid, onwaarschijnlijk dat zeesterren bepalend zijn voor de hoeveelheid mosselzaad die de winter doorkomt. Als door klimaatverandering de wintertemperatuur verder toeneemt, is echter te verwachten dat ook de vraat door zeesterren toeneemt. De vraag is of de mosselen, die bij hogere temperaturen sneller groeien, in staat zullen zijn om zo hard te groeien dat de zeesterren ze niet meer kunnen eten. De wetenschappers betwijfelen dat en dus kan de opwarming van het zeewater door de klimaatverandering slecht nieuws voor de stabiliteit van de mosselbanken betekenen.

Bron

Agüera, A., M. Trommelen, F. Burrows, J.M. Jansen, T. Schellekens en A. Smaal (2012). Winter feeding activity of the common starfish (Asterias rubens L.): The role of temperature and shading. Journal of Sea Research 72, p. 106-112.