Verdwijnt de Blauwe Kiek?
Door: Hans Revier
Datum: 12 september 2013
Decennia lang waren de duingebieden op de Nederlandse Waddeneilanden de belangrijkste bolwerken voor de Blauwe Kiekendief (Circus cyaneus). De laatste jaren nemen hun aantallen echter sterk af. Uit een geïntegreerd populatiemodel komt naar voren dat voedseltekort, onder andere ten gevolge van begrazingsbeheer wel eens de hoofdoorzaak van deze achteruitgang kan zijn.
In de jaren negentig was de in vlakke v-vorm boven het duingebied zwevende Blauwe Kiekendief een bekende verschijning op de Waddeneilanden. Ruim 90% van de Nederlandse broedpopulatie (110-120 paar) nestelde toen in de duingebieden van de eilanden. In 1940 werd het eerste broedpaar op Ameland gesignaleerd en in 1946 volgde Terschelling. Vanuit deze twee eilanden zijn waarschijnlijk ook de andere Nederlandse en Duitse eilanden door de Blauwe Kiekendief gekoloniseerd. Maar na de jaren negentig nam het aantal broedgevallen sterk af. In 2000 broedden nog 70 paren op de Nederlandse eilanden. In 2012 waren daar nog 11 van over. Op Ameland broeden al vier achtereenvolgende jaren geen Blauwe Kiekendieven meer. Alleen op Texel kunnen we deze karakteristieke roofvogel nog af en toe tegenkomen.
Populatiemodel
Sinds 2004 word uitgebreid onderzoek gedaan om de oorzaken van deze achteruitgang te achterhalen. De voedselecologie (voedselkeuze, prooiaanbod, foerageerhabitat) en demografie (broedsucces, overleving en dispersie) zijn daarbij de belangrijkste peilers. Met behulp van een geïntegreerd populatiemodel zijn recentelijk alle beschikbare gegevens geanalyseerd. Hieruit blijkt dat de reproductie (het aantal uitgevlogen jongen per vrouwtje) niet afnam maar fluctueerde zonder duidelijke trend. Wel werd vastgesteld dat de overleving van juveniele vogels sterk afnam (van 65% naar 35%). Ook de overleving van volwassen vogels nam af van 82% naar 74%.
Muizen
De onderzoekers vermoeden dat vooral verslechtering van de voedselsituatie in en rond de broedgebieden buiten het broedseizoen een belangrijke oorzaak is van deze afgenomen overleving. Zo is opvallend dat de sterke afname van de konijnen in het duingebied samenvalt met het moment waarop de overleving van de Blauwe Kiekendieven begint af te nemen. Ook andere favoriete prooisoorten, als Noordse Woelmuizen en veldmuizen nemen in aantal af. Deze kleine knaagdieren komen vooral in vergraste duinvegetaties in hoge dichtheden voor. Uit onderzoek naar het foerageergedrag van jagende mannetjes blijkt dat dit ook het favoriete jachtterrein van de Blauwe Kiekendief is. Met name door te intensieve begrazing van de duingebieden op de eilanden staan deze biotopen onder druk. In open en kort gegraasde vegetaties zijn niet of nauwelijks muizen aanwezig.
Hazenbouten
De onderzoekers pleiten er voor om snel maatregelen te nemen die de voedselsituatie voor de Blauwe Kiekendief in en rond de broedgebieden verbeteren. Het beperken van de begrazing in duingebieden kan hieraan bijdragen. Kansrijk lijkt ook het specifiek inrichten van aangrenzend landbouwgebied. Door bijvoorbeeld overstaande gewassen kan het muizenaanbod in akkerpercelen toenemen. Daarnaast is het verbeteren van de voedselsituatie in het vroege voorjaar van belang. Dat zou de vestiging van jonge vogels op de eilanden kunnen bevorderen. In dit verband is een experiment op de Orkney-eilanden (Schotland) interessant. Daar nam het aantal broedende vrouwtjes toe na het aanbieden van hazenbouten en eendagskuikens voorafgaand aan het broedseizoen.
Bronnen:
Joint Monitoring Breeding Bird Group (JMBB), 2013. Breeding Birds in Trouble. Preparation of an action plan for proper management of threatened breeding birds in the Wadden Sea. CWSS-Wilhemshaven.
van Turnhout, C., Hallmann, C., de Boer, P., Dijksen, L., Klaassen, O., & Foppen, R., 2013. Lange termijn populatiedynamiek van de Blauwe Kiekendief op de Wadden: inzichten uit een geïntegreerd populatiemodel. Limosa 86: 31-42
Boer, P. De, and Olaf Klaassen, 2007. Minder blauw op de Wadden: achtergronden van de afname van Blauwe Kiekendieven op Ameland en Terschelling. Limosa 80.4 (2007): 129.