Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Zeepoklarve doet jas uit

Door: Tim van Oijen
Datum: 4 juli 2013

Het leven van veel vissen, schelpdieren en krabben uit de Waddenzee begint als een vrij in het water zwevende larve. Ook de zeepok begint als plankton en is nog een piepkleine larve als hij zich na een zoektocht naar een geschikte plek permanent aan de bodem vasthecht. Wetenschappers bestudeerden de gesettelde larve onder de microscoop en zagen iets merkwaardigs gebeuren: hij deed zijn jas uit.

Zeepokken zijn kleine kreeftachtigen die zeer talrijk zijn op de basaltblokken van de waddendijken. Ze zitten ook veel op schelpen en krabbenschilden. Zeepokken planten zich voort door te paren met een buur. De bevruchte eitjes ontwikkelen zich tot kleine larven. En dan begint het fascinerende proces van de transformatie van een in zee levende larve naar een vastzittend dier. Nog nooit waren de opeenvolgende stadia gedocumenteerd aan de hand van waarnemingen van larven in een aquarium. Zelfs de meest gedetailleerde beschrijving bestond tot nu toe uit een samenraapsel van veldobservaties. Wetenschappers uit Groot-Brittannië en Italië hebben daar verandering in gebracht.

Zes fases

De onderzoekers bestudeerden de zeepokkensoort Balanus amphitrite. Na een aantal zwemmende larvestadia bereikt deze het stadium van de zogeheten cypris-larve. Deze larve zoekt een geschikt plekje en hecht zich vervolgens vast (zie ook de WadWeten Trippen op een zeepok ). De larve is dan pas een halve millimeter groot. De wetenschappers bestudeerden de metamorfose die de cypris-larve vervolgens ondergaat onder de microscoop. Ze deelden het proces op in zes fases.

Tijdens de eerste fase lijkt de larve nog veel op een vrij zwemmende larve. Hij zwabbert nog wat heen en weer maar zit al wel aan de bodem vastgehecht. In fase 2 verandert het diertje uiterlijk helemaal niks maar intern gebeurt er van alles, zoals de ogen die zich naar de onderkant verplaatsen. In fase 3 richt de larve zich op en verplaatsen de ogen en delen van de antennes zich naar de buitenkant. In fase 4 ontdoet de larve zich ineens van zijn ‘jas’, het schild dat hem tot die tijd omhulde. Ook de ogen worden hierbij afgestoten. In fase 5 is er een zakachtig lijfje overgebleven. Dit begint met het aanmaken van de kalkplaatjes waarmee de volwassen dieren zich tegen uitdroging en vraat beschermen. In fase 6 is een jonge zeepok ontstaan die al grotendeels de vorm van een volwassen exemplaar heeft.

Uitdroging

De hierboven beschreven metamorfose vindt plaats in een tijdsbestek van minder dan twee dagen. De verandering moet zo vlot verlopen omdat de larve vanaf het moment dat hij zich heeft vastgehecht tijdens laagwater het risico loopt om uit te drogen. Pas als de kalkplaatjes volledig zijn gevormd is het diertje hier goed tegen beschermd.

Bron:

Maruzzo, D., N. Aldred, A.S. Clare en J.T. Hoeg (2012). Metamorphosis in the Cirripede Crustacean Balanus amphitrite. PLoS ONE 7 (5), e37408.
www.plosone.org.proxy-ub.rug.nl/articl/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0037408