Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

De verborgen geul van Terschelling

Door: Tim van Oijen
Datum: 12 juni 2014

Tijdens Oerol zullen weer tienduizenden bezoekers per fiets over Terschelling reizen, van west naar oost en weer terug. Tussen Midsland en Hoorn ligt een gebied waar in de eerste eeuwen na Chr. waarschijnlijk een grote geul heeft gelopen. Een aanwijzing hiervoor is te vinden in de bodem: de overgang van zoet naar zout grondwater ligt op de plek van de geul een stuk ondieper dan ernaast.

Het waddengebied is naar schatting vijf- á zesduizend jaar geleden ontstaan. Rond die tijd vormde zich de strandwal waaruit de Waddeneilanden zijn voortgekomen. In de Vroege Middeleeuwen (5de tot de 10e eeuw na Chr.) zag het landschap er nog heel anders uit dan tegenwoordig. Waar nu de Waddenzee ligt, lag toen een uitgestrekt kwelder- en veenlandschap. Een groot deel van het gebied liep alleen bij extreem hoog water onder. De eilanden zelf hadden ook nog niet hun huidige vorm. Van Terschelling is het vermoeden dat het in de eerste eeuwen na Chr. uit twee aparte delen bestond, zoals hieronder ook staat weergegeven op een reconstructie uit de Atlas van Nederland in het Holoceen.

Helikopter

Het bestaan van de historische geul wordt ondersteund door onderzoek aan de ligging van het zoet-zoutgrensvlak in de bodem. In 2009 zijn in het kader van het Europese project CLIWAT metingen uitgevoerd aan het grondwatersysteem van Terschelling volgens de methode SkyTEM. Hierbij vliegt een helikopter 80 tot 100m boven de grond in parallelle ‘vluchtlijnen’ over het meetgebied. Onder de heli hangt een grote hoepel waar stroom doorheen loopt en die in de bodem een magnetisch veld opwekt. Dit veld wordt gedetecteerd door een meetsonde die eveneens onder de helikopter is bevestigd. Op deze wijze kan de elektrische geleidbaarheid in de ondergrond worden gemeten. Verschillen in geleidbaarheid worden veroorzaakt door de overgang van zoet naar zout grondwater en door verschillen tussen kleilagen en zandlagen. Met uitgebreid rekenwerk kan uit de ondergrondse elektrische weerstand de diepte van de zoetwaterbel worden afgeleid.

De metingen leverden het onderstaande resultaat op. Op de figuur zijn gebieden waar de overgang tussen zoet en zout diep ligt (40 tot 60 meter) met blauw aangegeven. Duidelijk is te zien dat onder het duingebied bij West-Terschelling een grote zoetwaterbel ligt, maar dat ook noordoostelijker er een tweede bel in de grond zit. Tussen beide bellen ligt het grensvlak tussen zoet en zout veel ondieper. Hier heeft volgens wetenschappers vroeger de geul gelegen.

Duinboogcomplex

Het bestaan van de geul past in de theoretische beschrijving van de natuurlijke vorm van de Waddeneilanden. Volgens die beschrijving bestaat een natuurlijk eiland van west naar oost uit een eilandkop, een duinboogcomplex, een washovercomplex en een eilandstaart. In het geval van Terschelling is het duingebied bij West-Terschelling het oorspronkelijke duinboogcomplex. Ten oosten ervan kan een washovercomplex hebben gelegen. Dit is een gebied waar de strandwal doorbroken wordt en het eiland regelmatig overstroomt en zich geulen kunnen vormen. Van Ameland en Schiermonnikoog is bekend dat er vroeger naast het duinboogcomplex een washovercomplex lag. Later is met name door bedijking dit natuurlijke element verdwenen.

Bronnen

Geven en Nemen. Oerolcollege Albert Oost (Deltares en de afdeling Fysische Geografie van de Universiteit Utrecht), 28 juni 2012.

Vos, P., e.a. (2011). Atlas van Nederland in het Holoceen.

http://skytem.com/

http://www.knvvl.nl/uploads/images/2p6iDcu9w3m3I2SEs5vXzg/SkyTEM_notitie_PWN.PDF

http://www.artesia-water.nl/projecten/terschelling