Driekwart marathon over het wad
Door: Gerbrand Gaaff
Datum: 8 mei 2014
"Dertig kilometer visueel wadonderzoek" Zo omschreef marien ecoloog Martin Baptist (IMARES, Van Hall Larenstein, Waddenacademie) zijn avontuur op 3 mei jongstleden. Samen met vier andere lange-afstandslopers liep hij in een recordtijd van 4 uur en 47 minuten de wadlooproute van Texel naar Vlieland. Deze route geldt als de 'tocht der tochten' op wadloopgebied.
Natuursport
Wadlopen is net als bergbeklimmen. Wie één keer de smaak te pakken heeft gekregen wil vaker en verder. Het feit dat je te voet een enorme afstand over de zeebodem kunt overbruggen, met de wijdsheid van het waddenlandschap om je heen, is voor veel mensen verslavend. De sport vereist een grondige kennis van het weer, de getijden, navigatie en de topografie van platen en geulen. Er zijn lichte tochten die vaak in groepsverband worden gelopen, zware tochten die alleen door specialisten worden gelopen, en er zijn tochten die nog maar enkele keren gelopen zijn. Zo werd Rottumeroog-Rottumerplaat pas in 2012 voor het eerst gelopen.
Hier klopt iets niet
"10:50 uur. Enkele meters droog, na vier uur waden. Voor me ligt de watervlakte van het Foksdiep. Vanaf hier zou ik de tijdens de verkenningen geplaatste stok moeten kunnen zien, deze bleek helaas verdwenen. Op dezelfde koers verder. Bij iedere kontrole van het kompas blijk ik te westelijk aan te houden. Zandplaatje in zicht. Diepe geul er achter, snel stromend water... borstdiep... het wordt nog dieper. Hier klopt iets niet." Dit is een citaat uit het verslag van Lammert Kwant van zijn solotocht Vlieland-Texel, die hij in april 1987 liep. Kwant had zijn tocht via verschillende verkenningen vanaf beide eilanden voorbereid. Het toont aan dat deze tocht echt specialistenwerk is, en dat zelfs ervaren wadlopers nog voor onplezierige verrassingen kunnen komen te staan. Kwant overwon het probleem wel: hij kwam zeven uur na vertrek gezond en wel op Texel aan.
Verstrengelde wantijen
De wantijen van Texel en Vlieland zijn als het ware met elkaar verstrengeld. De vloeddelta van het Eierlandse Gat vertakt zich in oostelijke richting in een stelsel van diepe geulen, die ook bij laagwater niet doorwaad kunnen worden. De route van Texel naar Vlieland maakt dus een grote omweg naar het oosten en kruist meerdere oude vaarroutes, waarvan de meeste nog maar zelden gebruikt worden. De platen in het gebied zijn vlak en het verschil tussen hoog- en laagwater is hier minder dan in het oostelijk waddengebied. Dit leidt ertoe dat een groot deel van de tocht in kuit- tot kniediep water gemaakt moet worden. Bij elkaar opgeteld is de tocht alleen maar goed te doen met springtij en extra verlaging door aanhoudende oostenwind. Doordeweeks behoort het gebied tot de gevarenzone van het oefenterrein op de Vliehors.
Vele primeurs
Lammert Kwant heeft op zijn website alle keren dat Texel-Vlieland is gelopen uitgebreid gedocumenteerd. Jan Abrahamse en Jaap Buwalda, toen nog studenten geografie, liepen in 1962 voor het eerst van Texel naar Vlieland. Op het eind van de tocht zat het tegen waardoor zij het laatste wantij niet meer konden halen. Ze moesten het volgende laagwater afwachten in een rubberbootje. Critici beweerden dat hun prestatie niet telde als een echte wadlooptocht, omdat ze voor een deel van de tijd geen contact hadden gehad met de wadbodem. In 1963 namen elf wadlopers daarom speciale 'wadstoelen' mee: bamboe stokken met daartussen hangmatten van netwerk. Zij gebruikten die wadstoelen om te overtijen en volbrachten als tweede gezelschap de tocht. In 1973 maakten Boris de Jongh, Pieter Lakeman en Willem Langenberg de oversteek voor het eerst in één tij. Nadien hebben geregeld groepjes van doorgewinterde wadlopers de tocht gemaakt. In 1985 deed Lammert Kwant als eerste de tocht in zijn eentje. In 2004 liep Ria de Vries als eerste vrouw van Texel naar Vlieland, een jaar later trad Wiepke Toxopeus in haar voetsporen. In 2013 werd de tocht voor het eerst per fiets afgelegd: de Texelse mountainbikers Gerrit Jan Betsema en Johan Bremer reden in 6,5 uur van eiland naar eiland. De fietsen hebben het niet overleefd.
Wadletiek
Het vijftal dat op 3 mei al hardlopend van Texel naar Vlieland ging heeft niet alleen het snelheidrecord gebroken, maar introduceerde ook een nieuwe atletische sport: het wadrennen in hardloperstenue. In zekere zin ging Sietse Bouma hen in 2013 voor. Hij was de eerste wadloper die Texel-Vlieland in minder dan vijf uur volbracht, mede door delen van het traject hardlopend af te leggen. Bouma droeg tijdens die tocht een gewone wadlopersuitrusting. In principe leent het traject tussen Texel en Vlieland zich goed voor de hardloopsport omdat er relatief weinig slik op het wad ligt. Maar het water maakt het zwaar. Als het water op de plaat hoger staat dan halverwege de kuit is goed hardlopen niet meer mogelijk, en kun je als wadleet beter gewoon gaan waden. Het filmverslag (zie de link hieronder) spreekt wat dat betreft boekdelen. Overigens liep ook bij deze tocht de verplichte wadloop-vergunninghouder mee, in de persoon van Tjibbe Stelwagen, die de tocht al eerder gewoon lopend aflegde. Twee volgboten in de geulen zorgden voor de backup voor noodgevallen.
Bronnen
Verslag van de wadrentocht Texel-Vlieland op 5 mei 2014:
http://www.wadgids.nl/wadgidsenweb/index.php/wadlopennieuws/638.html
Filmverslag van Martin Baptist:
http://www.youtube.com/watch?v=N4G7Ir62rrU&feature=youtu.be
Historisch overzicht van de tocht Texel-Vlieland:
http://www.wadgids.nl/wadgidsenweb/index.php/texel-vlieland-ea/442.html
Documentaire wadstoelentocht 1963 (indrukwekkend):
http://www.youtube.com/watch?v=RGtyKqBL4XU