Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Het aaibare zeepaardje

Door: Hans Revier
Datum: 26 juni 2014

Het zeepaardje spreekt tot onze verbeelding. De vangst van een levend exemplaar in de Waddenzee of Noordzee haalt regelmatig de kolommen van landelijke dagbladen. Voor natuurbeschermers is het bijzondere visje een icoon voor natuurherstel. Uit de schaarse onderzoeksgegevens blijkt dat het zeepaardje steeds vaker in onze wateren wordt aangetroffen.

Wereldwijd komen er 35 verschillende soorten zeepaardjes voor. De meeste leven in tropische en subtropische wateren. Er zijn blauwe, groene en knalgele soorten, maar de meeste zijn bruingroen van kleur. Alle soorten behoren tot het geslacht Hippocampus en zijn onderdeel van de familie van de zeenaaldachtigen. Twee soorten komen ook in de Noordzee voor: het kortsnuitzeepaardje (Hippocampus hippocampus) en het langsnuitzeepaardje (Hippocampus ramulosus). Beide soorten kunnen zo’n zeven centimeter lang worden. Vooral het kortsnuitzeepaardje wordt steeds vaker in onze wateren gevangen. Britse onderzoekers stelden in 2007 vast dat zich in de monding van de Thames een zichzelf voortplantende populatie van deze soort heeft gevestigd. Vaak maken vissers melding van de vangst van zeepaardjes, maar ook duikers –bijvoorbeeld in de Oosterschelde– treffen de dieren wel eens aan.

Zeegras

Zeepaardjes eten kleine kreeftachtigen en zuigen die met de speciale snuit naar binnen. Ze zwemmen rechtop en houden zich met de staart vast aan wieren of zeegrassen. Ook zijn ‘onze’ zeepaardjes wel aangetroffen tussen de langgerekte kolonies van het mosdiertje Alcyonidium diaphanum. Alle soorten zeepaardjes kennen een bijzondere vorm van broedzorg. Na een vaak ingewikkelde paringsdans brengt het vrouwtje de eicellen over naar de broedbuidel van het mannetje. Deze beschermt de embryo’s totdat ze tot jonge paardjes zijn ontwikkeld en de buidel verlaten. In de Waddenzee worden de zeepaardjes vaak geassocieerd met het voorkomen van zeegras. Daar kunnen ze voldoende beschutting  en voedsel vinden. De terugkeer van het zeepaardje in de Nederlandse Waddenzee wordt vaak genoemd als resultaat van het zeegrasherstelproject van o.a. de Waddenvereniging.

Klimaatverandering

Hoewel de eerste waarnemingen van zeepaardjes in de Nederlandse wateren stammen uit de veertiger en vijftiger jaren (o.a. bij Texel), is lange tijd gedacht dat dit incidentele vondsten waren van zeepaardjes die toevallig met zeestromingen hier terecht waren gekomen. Zo langzamerhand kan uit de verschillende waarnemingen de conclusie getrokken worden dat beide zeepaardjes-soorten vaste bewoners zijn van ons deel van de Noordzee. De langzame opwarming van het zeewater wordt daarbij vaak als de belangrijkste oorzaak aangemerkt. Engelse onderzoekers hanteren ook een andere theorie. Gebruikers van de zee, als vissers, zijn zich nu meer bewust van het voorkomen van zeepaardjes en zijn meer en meer melding gaan maken van de vangst van deze aaibare visjes.

Bronnen

Pinnegar, J. K., StelzenmÜller, V., Van Der KooiJ, J., Engelhard, G. H., Garrick-Maidment, N., & Righton, D. A. (2008). Occurrence of the short-snouted seahorse Hippocampus hippocampus in the central North Sea. Cybium, 32(4), 343-346.

OSPAR Background Document for Short-snouted seahorse Hippocampus hippocampus.

http://www.theseahorsetrust.org/