Krabbenkannibalisme in een oesterbed
Door: Tim van Oijen
Datum: 18 december 2014
Het exotische schelpdier de Japanse oester is tegenwoordig in grote delen van de Waddenzee aanwezig. De uitgestrekte oesterbanken vormen een nieuw habitat dat door veel dieren wordt benut. De banken zijn bijvoorbeeld een opgroeigebied voor jonge strandkrabjes. Ze vinden er echter niet de bescherming tegen hun kannibalistische volwassen soortgenoten die ze in mosselbanken hebben.
In de jaren zestig zijn oesterkwekers in de Zeeuwse Delta de Japanse oester gaan kweken omdat de inheemse platte oester een ziekte had. In de jaren erna verspreidde de Japanse oester zich buiten de oesterpercelen, eerst nog in Zeeuwse wateren maar vervolgens ook in de Waddenzee. De Japanse oester breidde zijn terrein ook vanuit een oesterkwekerij bij Sylt uit, waardoor hij nu in de hele Waddenzee voorkomt. In eerste instantie leken op plaatsen waar de oesters riffen vormden de mosselen volledig te worden verdrongen. Inmiddels is echter gebleken dat er tussen de oesters vaak mosselen huizen (zie WadWeten ‘Mosselen spelen verstoppertje in oesterbank’). Mosselbanken zijn een favoriet opgroeigebied van jonge strandkrabben. Ecologen van het AWI-Waddenzeestation op het Duitse Waddeneiland Sylt vroegen zich af of de oesterriffen net zo geschikt voor de krabjes zijn. Hun belangrijkste vraag was of de jonge dieren veilig zouden zijn voor volwassen strandkrabben. Van de volwassen krabben is bekend dat ze graag hun juveniele soortgenoten eten.
Kooitjes
Om dit de onderzoeken plaatsten de wetenschappers een groot aantal kooitjes op het wad. In de ene helft maakten ze een mini-mosselbank; in de andere helft een mini-oesterbank. In alle kooitjes werd een aantal jonge krabjes geplaatst. In een deel van de kooien werd bovendien een volwassen krab gestopt. Zonder de aanwezigheid van volwassen krabben deden de jonge dieren het prima. Maar met de volwassen krabben werd een aantal jonge dieren opgegeten. Het aantal verorberde krabjes bleek bij de oesterbankjes hoger dan bij de mosselbankjes. Jonge krabben hebben dus meer gevaar te duchten van de volwassen krabben in oesterriffen dan in mosselbanken. De verklaring hiervoor is dat de ruimtes tussen de grovere oesters groter zijn waardoor de volwassen krabben binnen kunnen dringen. De jonge strandkrabben lijken door de opkomst van de oesters dus terrein te hebben ingeleverd waar ze in alle rust konden opgroeien.
Japans bessenwier
Maar er is hoop voor de krabjes, die komt van het Japans bessenwier. Dit is ook een exoot, die waarschijnlijk met de oesters is meegelift naar onze wateren. Het wier kan dichte ‘wouden’ vormen in met name de wat diepere wateren. Jonge strandkrabben klimmen graag in het wier en zijn daar niet eenvoudig te bereiken door grotere strandkrabben. Vergelijkbare proeven als die hierboven beschreven staan hebben aangetoond dat hierdoor in het wier de sterfte door kannibalisme lager is.
Bronnen
Buschbaum, C., K. Camphuysen, F. Demann, A. Goedknegt, C. Gräfe, V. Kremser, D. Thieltges en M. Wegner (2014). Do alien species alter native predator-prey interactions? Presentatie tijdens het symposium Wadden Sea research, 10 en 11 december 2014 in Leeuwarden.