Zeemijnen op de Waddeneilanden

Door: Tim van Oijen
Datum: 27 november 2014

Voor jutters op de Waddeneilanden is de herfst het beste seizoen. Door zware najaarsstormen kunnen schepen in de problemen raken en vracht verliezen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakten door de stormen regelmatig zeemijnen los die vervolgens op de stranden aanspoelden. Geen prettige buit voor jutters; wel een gevaarlijke klus voor degenen die ze onschadelijk moesten maken.

Zeemijnen werden al op grote schaal toegepast in de Eerste Wereldoorlog maar in de Tweede Wereldoorlog was het aantal geplaatste mijnen nog vele malen groter. De mijnen zijn een effectief oorlogsmiddel gebleken. Alleen al in de Noord-Europese wateren werden naar schatting meer dan 150 oorlogsschepen tot zinken gebracht en raakten er 340 beschadigd. Daarnaast werden zeker 300 vrachtschepen gekelderd en raakten er 165 beschadigd. En hoewel Duitse onderzeeërs voornamelijk tot zinken zijn gebracht door de geallieerde vloot, is een groter deel dan lang gedacht gezonken door een ontmoeting met een zeemijn.

Een bol met punten

Op de Nederlandse stranden werd de grootschalige inzet van zeemijnen letterlijk zichtbaar. Zowel aan de Hollandse kust als op de Noordzeestranden van de Waddeneilanden spoelden tijdens de Tweede Wereldoorlog regelmatig mijnen aan. Ze trokken doorgaans veel bekijks en werden zelfs onderwerp van ansichtkaarten. De mijnen die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog aanspoelden, waren voornamelijk contactmijnen die deels door de Koninklijke Marine waren geplaatst. Ze hadden de traditionele mijnvorm: een forse bol met daarop korte uitstekende punten. De mijnen zaten via een lange kabel verankerd aan een zwaar gewicht dat op de zeebodem lag. De uitstekende punten ('Hertz' hoorns) bevatten elk een glazen buisje met zuur. Als zo'n punt werd verbogen of beschadigd, brak het glas. Dan kwam het zuur vrij dat optrad als elektrolyt voor een droge cel. Die stuurde dan een electrische impuls de lading in, waarop de mijn explodeerde. Hoe destructief deze mijnen konden zijn, blijkt bijvoorbeeld uit de schade die de Finse houtboot “Indra” opliep toen deze in 1939 bij Terschelling tegen een mijn voer.

Gestrande mijnen werden door militairen onschadelijk gemaakt. Dit was niet zonder gevaar. Op 10 september 1945 vond een drama plaats langs de Friese waddenkust bij Peazemerlannen. Bij de ontmanteling van een aangespoelde zeemijn ging iets mis waardoor de mijn tot ontploffing kwam. Acht mensen kwamen om.

Gardening

Vanaf 1940 werden door de Groot-Brittannië zeemijnen met bommenwerpers afgeworpen. Deze magnetische mijnen hadden een torpedo-achtige vorm. Ze ontploften niet door direct contact maar in reactie op het magnetisch veld rond een schip. De eerste mijnen werden voor de Deense kust gedropt, maar al snel werden de vaarroutes boven de Waddeneilanden vol mijnen gelegd onder meer om het Duitse transport van ijzererts te verhinderen. Ongeveer zestig procent van de voor de Duitse oorlogsindustrie benodigde ijzererts werd uit Zweden geïmporteerd. De erts werd in de Noorse haven Narvik in schepen geladen, waarna het convooi boven de Waddeneilanden langs naar andere Europese havens als Rotterdam voer. Vervolgens werd de erts via binnenschepen naar de Duitse industriegebieden vervoerd. Dat een deel van de konvooischepen hun bestemming niet bereikte was van grote invloed op de uiteindelijke overwinning van de geallieerden.