Haaien in de Waddenzee?
Door: Hans Revier
Datum: 3 september 2015
Ondanks de grote publieke belangstelling voor haaien is nog veel onbekend over de soorten die in de Nederlandse kustwateren rondzwemmen. Tot nu toe kon alleen uit aanlandingsgegevens van de visserij en de ervaringen van vissers het een en ander worden afgeleid. Het merken van levende dieren gaat nieuwe gegevens opleveren over het reilen en zeilen van deze toppredatoren in Waddenzee en Noordzee.
Levend barend
Haaien spreken tot de verbeelding van veel mensen. Een op het strand aangespoelde haai is meestal wel goed voor een stukje in de plaatselijke krant. Dat haaien ook rond zwemmen in onze wateren is onder andere af te leiden uit de aanlandingsgegevens van de visserij. Een kleine twintig soorten haaien werden in de periode 2007-2011 waargenomen in de bijvangst van de bodemvisserij in het Kanaal en op de Noordzee. Haaien behoren, evenals de roggen, tot de kraakbeenvissen. In tegenstelling tot de echte beenvissen, zoals haring of schol, produceren ze weinig nakomelingen. Het zijn langlevende soorten die pas na tien jaar of langer geslachtstsrijp zijn. Ruwe haai (Galeorhinus galeus) en (gevlekte) gladde haai (Mustelus mustelus) zijn soorten die onze kustwateren aandoen en waarschijnlijk ook wel eens in de diepere delen van de Waddenzee voorkomen. Beide soorten zijn levendbarend. Een andere in de Noordzee algemene soort, de hondshaai (Scyliorhinus canicula), zet eieren af. De olijfkleurige eikapsels zijn soms op het strand te vinden. Haaien zijn echte rovers en staan aan de top van de voedselketen. Daarom zijn ze goede indicatoren van de toestand van het zeemilieu.
Pieshaaien
Onze fascinatie voor haaien komt waarschijnlijk voort uit het feit dat mensen wel eens ten prooi zijn gevallen aan de kolossale witte haai. Voor de mens gevaarlijke haaien komen in onze wateren echter niet voor. De gladde haai, die tot anderhalve meter lang kan worden, eet voornamelijk schelpdieren en kreeftachtigen. De tanden van deze soort zijn enigszins afgeplat om deze prooien te kunnen vermalen. De ruwe haai wordt wat langer, bijna twee meter, en is meer gespecialiseerd in het vangen van vis. Onderzoek naar het voorkomen van deze haaien is, naast het analyseren van de aanlandingsgegevens, ook gedaan door het interviewen van vissers. Commercieel zijn haaien namelijk niet interessant en worden niet altijd aangeland. Haaien kunnen ook onaangenaam ruiken. Omdat ze geen nieren hebben wordt de urine via het lichaam uitgescheiden. Verschillende soorten haaien kregen van de geïnterviewde vissers dan ook de naam pieshaai of zeikhaai. Uit de interviews valt af te leiden dat de gladde haai in onze wateren in aantal toeneemt. De hondshaai komt meer richting Engeland voor. Over het voorkomen van de ruwe haai zijn weinig gegevens bekend.
Taggen
In 2012 startte sportvisserij Nederland in samenwerking met IMARES het project Sharkatag. De door de sportvissers gevangen haaien werden voorzien van een merkje (tag). De afgelopen jaren zijn meer dan 2000 haaien gevangen en gemerkt. Uit de terugvangst van gemerkte haaien valt af te leiden dat de dieren zich noordwaarts, richting Waddenzee en Noordzeekustzone verspreiden. Daarom is dit jaar de merkenstudie uitgebreid naar de Waddenzee en de aangrenzende Noordzee. Daarbij wordt samengewerkt met garnalenvissers. Alle haaien die zij vangen tijdens het garnalenvissen voorzien zij van een merkje in de rugvin. Verder worden ook de soort haai, lengte, geslacht en vangstlocatie genoteerd. Vanaf volgend voorjaar worden vangsten en eventuele terugvangsten van haaien gemeld op de website www.waddenzeevismonitor.nl.
Bronnen
H.J.L. Heessen, 2010. State of the Art - Haaien en roggen in de Noordzee rapport IMARES Rapport C011/10
Overzee, H.M.J. van, M. L. Kraan, & F. J. Quirijns, 2014. Beleidsondersteunend onderzoek haaien en roggen. IMARES Rapport C009/14
Overzee, H.M.J. van, I.J. van Beek, M. de Graaf, O.A. Debrot, N.T. Hintzen, A. Coers & O.G. Bos, 2012.
Kennisvraag haaien: wat is er bekend over haaien voor de voor Nederland relevante gebieden? IMARES rapport C 113/12