Vuilnis in potvissen
Door: Hans Revier
Datum: 29 september 2016
In januari en februari 2016 strandden dertig potvissen op de kusten van de zuidelijke Noordzee. Uit onderzoek naar de maaginhoud bleek dat een aantal van hen aanzienlijke hoeveelheden afval had ingeslikt. Men trof onder andere delen van visnetten, stukken touw, verpakkingsmateriaal en een deel van een auto aan. Het is echter niet waarschijnlijk dat dit de dood van de gestrande tandwalvissen heeft veroorzaakt.
Verkeerde afslag
De stranding van potvissen in onze kustwateren is geen onbekend fenomeen. Al in de 16e en 17e eeuw kregen deze gebeurtenissen veel aandacht en interpreteerde men het als een aankondiging van rampspoed. Ook in het waddengebied kwamen met enige regelmaat potvissen op de stranden terecht. In 1994 baarden bijvoorbeeld vier potvissen op het strand van Ameland veel opzien. Maar in de winter van 2016 vonden in korte tijd wel erg veel dieren de dood, onder andere op de Razende Bol bij Texel (zes stuks) en in het Duitse waddengebied (dertien stuks).
Tussen 8 januari en 24 februari 2016 strandden in totaal dertig potvissen op de kusten van Noord-Frankrijk, West-Engeland, Noord-Nederland, Noord-Duitsland en Denemarken. Over het algemeen neemt men aan dat de dieren tijdens de trektocht van tropische wateren naar het noorden van de Atlantische Oceaan een verkeerde afslag namen en verdwaalden in de Noordzee. De potvissen, die gewend zijn aan de diepe wateren waar ze op inktvissen jagen, raken door de vele zandbanken en ondieptes gedesoriënteerd en komen uiteindelijk op de kust terecht. Dat de laatste decennia het aantal strandingen weer is toegenomen wordt onder meer toegeschreven aan de groei van de populatie door het verbod op de walvisjacht.
Afval
Van 22 van de 30 begin dit jaar gestrande potvissen is de maaginhoud geanalyseerd. In negen vond men aanzienlijke hoeveelheden afval dat door menselijk handelen in de Noordzee terecht was gekomen. Zo bleken de magen van twee van de zes bij Texel aangespoelde dieren vishaken en vislijnen, linten van ballonnen, verpakkingsmateriaal en landbouwplastic te bevatten. Delen van netten, stukken touw, een plastic emmer en een afdekplaat van een automotor vond men in magen van de in het Duitse waddengebied aangetroffen potvissen. Een van deze dieren had zelfs een net van 13,5 meter lang en 1,2 meter breed tot zich genomen.
Niettemin bleek al deze rotzooi niet de hoofdoorzaak van het overlijden van de potvissen. Alle nader bestudeerde dieren waren goed doorvoed, hetgeen ook bleek uit de grote hoeveelheden visgraten en resten van inktvissen in de magen. Aangezien het afval zich in het voorste deel van het spijsverteringsstelsel bevond en men in de darmen geen vreemde zaken aantrof, neemt men aan dat de potvissen niet lang voor de stranding het afval inslikten. De vraag is of de dieren het afval als prooi aanzagen of dat ze het per ongeluk tijdens het jagen binnen kregen. In ieder geval toont deze studie wel aan dat het in de Noordzee ronddrijvende afval nog steeds een groot probleem is.
Bronnen
Unger, B., Rebolledo, E. L. B., Deaville, R., Gröne, A., IJsseldijk, L. L., Leopold, M. F., ... & Herr, H. (2016). Large amounts of marine debris found in sperm whales stranded along the North Sea coast in early 2016. Marine Pollution Bulletin.
Smeenk, C. (1997). Strandings of sperm whales Physeter macrocephalus in the North Sea: history and patterns. Bull Inst R Sci Nat Belg Biol, 67, www.vliz.be/imisdocs/publications/235238.pdf