De ondergestoven dorpen van de Waddeneilanden

Door: Tim van Oijen
Datum: 20 april 2017

Op Ameland liggen tegenwoordig vier dorpen: Nes, Ballum, Hollum en Buren. Eeuwen geleden waren er nog drie: Sier, Swartwoude en Oerd. Het ligt voor de hand te denken dat deze door de zee verzwolgen zijn, maar dat is niet het geval. Oprukkende jonge duinen lieten de dorpen zandhappen. Ook op andere Waddeneilanden verdwenen huizen onder het zand.

Door de eeuwen heen zijn in het Waddengebied vele dorpen verschenen, maar een deel daarvan is ook weer verdwenen. De oorzaken van het van de kaart verdwijnen van plaatsjes varieert van ontvolking en verplaatsing tot overstroming en overstuiving. De bekendste verdronken dorpen zijn die in het Eems-Dollardgebied. Tijdens de Cosmas- en Damianusvloed van 1509 verdwenen meer dan dertig dorpen in zee. Overstuiving kwam vooral voor op de eilanden, in de periode 1500-1800, toen duinen nog niet waren vastgelegd met helmgras, en wind en water vrij spel hadden.

Sier

In deze periode zijn op het eiland Ameland maar liefst drie dorpen en twee gehuchten vanwege overstuiving verlaten. Sier was een vissersdorpje aan de westpunt, ter hoogte van de huidige Badweg bij Hollum. Het dorp, waar een van de veerboten naar Ameland is vernoemd, werd rond 1730 verlaten omdat het door duinen werd ondergestoven. Op een kaart van Pieter de la Rive uit 1731 zijn al niet meer dan twee huisjes weergegeven. Kort na de Tweede Wereldoorlog kwamen door duinafslag sporen van bewoning vrij. Er werden oude putten aangetroffen waarvan er een was opgebouwd uit gestapelde houten tonnen en een andere uit plaggen en rode bakstenen. Andere vondsten uit de jaren ’50 tot ’90 waren: resten van kogelpotten, geglazuurde kannen, onbewerkt aardewerk, vensterglas, visloodjes en een vishaak. Geleidelijk aan rukte de zee echter verder op en verdween de plek voorgoed onder water. Aan de westzijde van Ameland werden ook twee noordelijker gelegen gehuchten met duinzand bedekt: De Blieke (ook wel Blijke) en Koudenburg. Aan de oostkant waren de dorpen Swartwoude en Oerd eenzelfde lot beschoren.

De Westen

Ook op Texel werd een dorp mede door overstuiving verlaten. In de vroege middeleeuwen bevond zich aan de noordwestzijde van het eiland de inham van Ente. Aan de monding van de inham ontstond een dorpje dat eerst de naam Wambinghe droeg, later Wambense, Wambays, Westeynde en tenslotte De Westen. Het lag op de plaats waar nu de Jan Ayeweg uitkomt op de Westerweg. De Westen was een periode het belangrijkste dorp van het eiland maar rond 1550 werd het grotendeels door duinzand begraven. Ook de akkers werden ondergestoven en rond dezelfde tijd verzandde de haven. De bewoners trokken weg. De kerk bleef staan maar werd in 1571 door de Watergeuzen vernield, op de toren na. Die bleef nog tot in de negentiende eeuw overeind als baken voor de zeevaart. Bij de plek van de toren staat nu de stolpboerderij het Torenhuus, wiens naam aan de toren herinnert.

Boskap en overbeweiding

Andere eilanddorpen die met overstuiving te maken kregen waren het dorp West-Vlieland (Vlieland, ca. 1700-1800), Westerburen en het gehucht Dompen (Schiermonnikoog, ca. 1700-1800) en het gehucht Rottumeroog (Rottumeroog, ca. 1600-1700). Ook in de Noord-Hollandse kustzone was stuifzand een probleem. Het leidde tot verlies van cultuurland (zoals bij Stuifakker op Voorne-Putten) en nederzettingen doordat delen van de oude duinen en daarin liggende dorpjes werden overstoven, zoals het gehucht Middenduin bij Zandvoort. De oorzaak moet voor een deel in menselijk ingrijpen worden gezocht. De bevolking van de kuststrook nam in middeleeuwen sterk toe en ging gepaard met het kappen van bossen en overbeweiding. Dit kan mede het vormingsproces van de jonge duinen verklaren, die de verstuivingen veroorzaakten.