Omgeving mosselbank is Walhalla voor bodemalgen
Door: Tim van Oijen
Datum: 4 mei 2017
Op de wadbodem vormt zich aan het begin van het voorjaar een bruinig laagje dat voor een groot deel uit eencellige kiezelwieren bestaat. Deze vormen de basis van de voedselketen van het wad. Onderzoek heeft bevestigd dat de aanwezigheid van mosselbanken een positief effect op de groei van deze algen heeft, tot honderden meters bij de banken vandaan.
Mosselbanken staan er om bekend een hotspot voor biodiversiteit te zijn. Veel dieren zoeken er bescherming en/of voedsel, of eten de schelpdieren zelf. Een aantal jaren geleden is waargenomen dat mosselbanken bovendien de groei van bodemalgen in de directe omgeving stimuleren. In een recente studie hebben biologen deze relatie met een veldexperiment nader onderzocht.
Veldexperiment
Op het wad bij Schiermonnikoog werden met stokken tientallen plotjes van 0,5x0,5 meter uitgezet. Aan de helft van deze proefvakken werden mosselen toegevoegd, de andere bleven onbedekt. Een bedreiging voor het slagen van de proef was dat vogels en krabben meteen op de verse mosselmaaltjes zouden kunnen afkomen en zo het experiment konden verstoren. Om dit te voorkomen brachten de onderzoekers grofmazige netten langs en boven een deel van de plots aan. Omdat deze netten de stromingspatronen sterk kunnen veranderen, wat de proefuitkomsten ook sterk zou beïnvloeden, werden boven andere plotjes enkel een paar draden gespannen. Deze houden krabben weliswaar niet weg (vogels wel), maar hebben weinig invloed op de stroming. Ruim een maand na de start van de proef analyseerden de ecologen de hoeveelheid chlorofyl (bladgroen) in de proefvakken. Deze bleek twee maal zo hoog als er mosselen waren aangebracht. De invloed van het type bescherming was beperkt, het waren dus echt de mosselen die het verschil maakten.
Naast dit experiment werd ook gedurende een aantal opeenvolgende jaren op plekken met en zonder mosselbanken, op verschillende afstanden tot de bank, de algenproductiviteit gemeten. Hieruit bleek dat een mosselbank tot op honderden meters afstand een positief effect op de algengroei had. Er was wel een grote jaar-op-jaar variatie in de algenproductiviteit. Maar welk jaar ook werd bestudeerd, steeds was de algengroei het hoogst op of nabij een mosselbank. De onderzoekers noemen de mosselbanken vanwege dit stimulerende effect op algen –het belangrijkste voedsel voor veel waddieren– de ‘biologische energiecentrales’ van het wad.
Mosselpoep
Het is nog enigszins onduidelijk welk mechanisme er achter de verhoogde algengroei zit. Het is mogelijk dat mosselen de stroming verlagen zodat de algen minder hinder van erosie hebben. Ook produceren mosselen nogal wat afvalstoffen, pseudofaeces, oftewel mosselpoep. Deze poep wordt door bacteriën weer tot voedingsstoffen afgebroken. De hoge concentraties voedingsstoffen bij mosselbanken kunnen ook de verhoogde algengroei goed verklaren. Ten slotte stellen de wetenschappers dat andere stromingspatronen en bodemeigenschappen rond mosselbanken bodemdieren die algen eten mogelijk nadelig beïnvloeden. Voorbeelden van deze dieren zijn wadpieren en wadkreeftjes. Deze soorten woelen bovendien de bodem om, wat de algen ook in hun groei hindert. De mosselbanken kunnen door een negatief effect op de wadpieren en wadkreeftjes deze hinder dus mogelijk flink minder maken.
Bronnen
Engel, F.G., J. Alegria, R. Andriana, S. Donadi, J.B. Gusmao, M.A. van Leeuwe, B. Matthiessen, B.K. Eriksson (2017). Mussel beds are biological power stations on intertidal flats. Estuarine, Coastal and Shelf Science 191, p.21-27.
http://www.wur.nl/nl/artikel/Weetje-3-Mosselen-stimuleren-de-groei-van-hun-eigen-voedsel.htm