Duitse wadden zijn toerist heel wat euro’s waard
Door: Tim van Oijen
Datum: 1 maart 2018
De waardering voor natuurgebieden als de Waddenzee is moeilijk in harde euro’s te vangen. Duitse wetenschappers hingen een bedrag aan de recreatieve waarde van de Duitse nationale parken door te berekenen welke reiskosten bezoekers bereid zijn te maken. Voor het waddengebied bleek veel te worden neergeteld in vergelijking met andere nationale parken als het Beierse Woud, het Zwarte Woud en de Eifel. De status van nationaal park is echter maar voor weinigen de aanleiding van het bezoek. De gemiddelde bezoeker komt gewoon voor het strand.
Nationale parken verlenen een groot aantal zogeheten ecosysteemdiensten variërend van regulatiediensten als waterzuivering tot culturele diensten als recreatie. Er is meer en meer aandacht voor het bestuderen van deze diensten, ter ondersteuning van beleid. In een recente Duitse studie is de waarde van de recreatieve ecosysteemdiensten van veertien Duitse nationale parken geschat, waaronder de ‘waddenparken’ van Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein.
Reiskostenmethode
Het onderzoek is gebaseerd op meer dan twintigduizend interviews met bezoekers van de Duitse nationale parken, afgenomen in de periode 2004-2015. De wetenschappers gebruikten de reiskostenmethode met een zonaal reiskostenmodel om het zogeheten consumentensurplus te schatten. Dit is het verschil tussen de individuele waarde die aan een parkbezoek wordt toegekend en de werkelijke prijs die er voor betaald is. Per park werd het aantal bezoekers uit een bepaalde herkomstzone geschat. Hiermee bepaalden de wetenschappers vervolgens de totale kosten die bezoekers bereid waren te maken. Ze hielden voor mensen met een eigen inkomen ook rekening met de opportuniteitskosten, de inkomsten die ze misliepen door hun vakantie of dagtrip.
Zonaanbidders
Uit het onderzoek blijkt dat het consumentensurplus van de recreatieve ecosysteemdiensten van de Waddenzee torenhoog is. De twee waddenparken zijn samen goed voor 80 procent van het totaalbedrag, 2,7 miljard euro, voor alle veertien nationale parken samen. Voor het derde mariene park, het Vorpommersche Boddenlandschaft aan de Oostzee, werd ook diep in de buidel getast.
Het merendeel van de bezoekers aan het waddengebied bleek echter weinig affiniteit te hebben met de status van nationaal park. In het Nedersaksische deel was deze status maar voor 10 procent van de bezoekers deels de aanleiding van het bezoek. In Sleeswijk Holstein lag dat aandeel wat hoger. De meeste toeristen kwamen waarschijnlijk vooral voor het strand.
De hoge waardering voor andere parken wordt alleen zichtbaar als naar de reiskosten per bezoek wordt gekeken en dan alleen van bezoeken waarbij de status van nationaal park in ieder geval een geringe rol speelde in het besluit tot een bezoek. Dan komt opeens het Beierse Woud als hoog gewaardeerde bestemming uit de bus.
Periferie
De onderzoekers onderkennen dat er beperkingen zitten aan de reiskostenmethode. De reiskosten worden bijvoorbeeld sterk bepaald door de ligging van een park. De Waddenzee ligt aan de rand van het land, en dus moeten bezoekers er gemiddeld verder voor reizen. Ook het feit dat voor eilandbezoek een veer genomen moet worden, maakt de kosten hoog. Blijft staan dat de toeristen deze prijs er voor over hebben.
Bron
Mayer, M. en M. Woltering (2018). Assessing and valuing the recreational ecosystem services of Germany’s national parks using travel cost models. Ecosystem Services, in druk.