Een stukje wad langs de Hollandse kust
Door: Tim van Oijen
Datum: 12 april 2018
In 2011 werd de Zandmotor aangelegd voor de kust bij Ter Heide (Zuid-Holland). Deze grote zandsuppletie heeft tot doel om in een keer de kust decennialang te verdedigen, omdat het zand langs de kust wordt verplaatst. Aan de noordoostzijde van de suppletie vormde zich een lagune. Hier vestigden zich kleine diertjes zoals slijkgarnalen, die kenmerkend zijn voor intergetijdengebieden zoals de Waddenzee.
De stranden van de Noordzeekust hebben daar last van ‘coastal squeeze’: aan de landzijde liggen de grenzen vast terwijl ze aan de zeezijde door erosie terrein verliezen. Het gangbare Nederlandse kustverdedigingsbeleid is om elke ca. vijf jaar het strand met zand op te spuiten.
Voor het bodemleven, bestaande uit allerlei soorten kleine ongewervelden, is dit ongunstig omdat deze levensgemeenschap hierdoor wordt gereset. Als alternatief is in 2011 het experiment de Zandmotor uitgevoerd. Hierbij is een schiereiland in de vorm van een haak aangelegd die een kilometer de zee in stak en aan het strand twee kilometer breed was. De natuur deed sindsdien de rest: de heersende stromingen verplaatsen het zand geleidelijk langs de kust. Voor het bodemleven op de aangrenzende stranden is dit een veel kleinere verstoring.
Bijkomend voordeel is dat de zandplaat door de invloed van water en wind een heel heterogeen gebied is geworden. In het midden is een lagune ontstaan, een beschut gebied met lage stroomsnelheden. Hier bezinken fijne deeltjes en ontstaat een voedselrijk gebied met een hoge productie van bodemalgen. Er is onderzoek gedaan om in kaart te brengen of de aanwezigheid van verschillende habitats ook tot een grotere soortenrijkdom van ongewervelden heeft geleid.
Zandstrand versus lagune
Uit het onderzoek bleek dat de fauna van de geëxponeerde zandstranden bestond uit typische strandbeestjes als de gemshorenworm (Scolelepis squamata), het kniksprietkreeftje (Bathyporeia pilosa), de zandvlokreeft (Haustorius arenarius) en de agaatpissebed (Eurydice pulchra). In de beschutte lagune zaten soorten die ook in de modderige delen van het wad zitten, zoals de slijkgarnaal (Corophium volutator) en de borstelwormen de rode draadworm (Heteromastus filiformis) en de zandpijp (Pygospio elegans). De Zandmotor heeft dus inderdaad een hogere soortenrijkdom dan de stranden langs de rest van de kust. Het belang hiervan moet ook niet overdreven worden. De belangrijkste winst voor de natuur is toch dat het strand er omheen voor langere tijd niet gesuppleerd hoeft te worden.
Bron
Van Egmond, E.M., P.M. van Bodegom, M.P. Berg, J.W.M. Wijsman, L. Leewis, G.M.
Janssen en R. Aerts (in druk). A mega-nourishment creates novel habitat for intertidal macroinvertebrates by enhancing habitat relief of the sandy beach. Estuarine, Coastal and Shelf Science, DOI: 10.1016/j.ecss.2018.03.003