Structuren op het strand
Door: Hans Revier
Datum: 15 november 2018
Onder invloed van wind en water ontstaan op het strand de meest wonderlijke vormen. Vooral de zandzuiltjes of zandpaddenstoelen trekken de aandacht. Uit een studeerkamerexperiment blijkt dat zout een cruciale rol speelt bij het ontstaan van dergelijke structuren.
De oplettende strandwandelaar kan na een storm of hoogwater op een ongerept strand de meest wonderlijke vormen of structuren tegenkomen. Het afstromende zeewater vormt kleine delta’s die op onze rivierdelta’s lijken. Door de inwerking van golven ontstaan golfribbels. Na een regenbui vormt zich een korst op het zand. Onder een schelpje kan zich een klein duintje vormen. Al deze microgeomorfologische verschijnselen zijn ontstaan door invloed van wind, zee- en regenwater en zijn door het dynamische strandmilieu ook weer snel verdwenen. Heel bijzonder zijn de zandzuiltjes of zandpaddenstoelen die vooral op de wat hoger gelegen delen van het strand van de Waddeneilanden aangetroffen kunnen worden.
Verkitting
In de loop der jaren zijn verschillende hypotheses geformuleerd hoe dergelijke structuren ontstaan. Van het strand van Terschelling wordt beschreven hoe zandplaatjes op een 5 tot 8 centimeter hoog zuiltje zijn blijven liggen. Omdat het zand om en onder het verkitte zandplaatje droog is, wordt dit door wind weggeblazen. Zo ontstaat de paddestoelachtige vorm. De vraag blijft echter hoe de stevig verkitte zandplaatjes zijn gevormd. Kunnen eiwitten uit de grote massa’s schuim, die door het bloeien van de schuimalg op het strand terecht komen, een rol spelen? Of zijn het klei- en veendeeltjes of de aanwezigheid van organische stoffen die zorgen voor de verkitting? Een recent artikel stelt dat door infiltratie van regenwater in fijnkorrelig strand- en duinzand vingerachtige structuren ontstaan, die, nadat het droge zand door de wind is weggeblazen, als zandzuiltjes overblijven.
Experiment
De vraag blijft of het zoute zeewater geen rol speelt bij het ontstaan van de zandzuiltjes en zeepaddenstoelen. In het blad van de Standwerkgemeenschap van de KNNV, het Zeepaard, worden twee simpele experimenten beschreven die een antwoord geven op die vraag. Eerst werden zes petrischaaltjes gevuld met homogeen droog strandzand en overgoten met resp. zeewater, regenwater en gekookt kraanwater. Nadat al het water was verdampt volgde nader onderzoek. In alle petrischaaltjes was het zand aan de oppervlakte hard geworden. Maar alleen het zand dat overgoten was met zeewater bleef, na het kantelen van de schaaltjes, hangen. In tegenstelling tot de andere schaaltjes was het zand hierin ook tot op de bodem verhard. In een tweede experiment werden cilinders met zand gevuld en weer overgoten met zee- en zoetwater. Na het drogen bleek dat alleen in de cilinders met zeewater zandpilaren waren ontstaan die niet in elkaar stortten. Bij het ontstaan van zandzuiltjes of zeepaddenstoelen speelt verdampend zeewater dus een rol omdat zoutkristallen de zandkorrels stevig met elkaar kunnen verbinden. Dat sluit niet uit dat regenwater ook een rol kan spelen. Echter de hierdoor gevormde structuren zijn waarschijnlijk een veel korter leven beschoren.
Bronnen
Buizer, B. (2018). Zandzuiltjes, piëdestals of zandpaddenstoelen aan het strand. Het zeepaard, 78-3, 109-120.
Mooij, J. (1957). Eolische destructievormen op een zandstrand. Grondboor & Hamer, 11(1), 14-18.
Mooij, J. (1960). Cohesie van strandzand. Grondboor & Hamer, 14(6), 186-191.
Schuddebeurs, A. P. (1989). Zandkegels en kegelzandsteen, nader bezien. Grondboor & Hamer, 43(2), 48-57.
Dekker, L. W., & Ritsema, C. J. (1994). Fingered flow: the creator of sand columns in dune and beach sands. Earth Surface Processes and Landforms, 19(2), 153-164.