Biodiversiteit van het waddengebied
Door: Hans Revier
Datum: 16 mei 2019
Het VN-rapport over het wereldwijd uitsterven van planten- en diersoorten baarde behoorlijk opzien. Als we het tij niet weten te keren verdwijnt een miljoen van de naar schatting acht miljoen soorten. In het waddengebied is van meer dan 100 soorten vastgesteld dat ze door vervuiling, het verlies van leefgebied en intensief gebruik zijn uitgestorven. Maar in de loop der tijd deden ook nieuwe organismen hun intrede en herstelden sommige soorten zich.
Talrijk
In totaal leven in het waddengebied zo’n tienduizend verschillende soorten eencelligen, planten en dieren. Op de kwelders zijn 2300 soorten geteld, in het zeegebied leven rond de 2700 soorten. De overige 5.000 soorten leven in de duin- en poldergebieden op de eilanden en in de kustregio van het vasteland. De soortenrijkdom van de zoute en brakke wateren valt een beetje in het niet bij de totale Nederlandse soortenrijkdom (ca 36.000 soorten). Deze relatief kleine soortenrijkdom komt voort uit het feit dat bepaalde soortenrijke groepen als insecten en schimmels nauwelijks in zout water voorkomen. De verschillende overgangen tussen land en water, zout en zoet, hard en zacht vormen in het waddengebied veel verschillende (micro)habitats waar zich extreme omstandigheden kunnen voordoen. De biodiversiteit van de Waddenzee kenmerkt zich dan ook niet door een grote soortenrijkdom maar door het in hoge aantallen voorkomen van soorten die zich aan die moeilijke dynamische omstandigheden hebben aangepast.
Uitsterven
Uit archeologisch onderzoek, met name onderzoek aan botresten die in terpnederzettingen werden gevonden en onderzoek aan historische bronnen, kon worden vastgesteld dat de afgelopen millennia 144 soorten in het waddengebied zijn uitgestorven dan wel enorm in aantal zijn afgenomen. Al tijdens de Romeinse tijd verdween de grijze walvis uit het waddengebied. Ook grote vogels als de kroeskoppelikaan, flamingo en zeearend verdwenen of werden zeldzaam. Jacht was ook de oorzaak dat de oeros uitstierf en de grijze zeehond zich uit het waddengebied terugtrok. De aanleg van dijken en inpolderingen, te intensieve visserij en -in de moderne tijd- watervervuiling maakten de Wadden onaantrekkelijk als leefgebied voor grote vissoorten als de steur, hondshaai en gevlekte gladde haai, stekelrog en pijlstaartrog en diadrome tussen zoet en zout water trekkende vissoorten als elft en houting. De natuurlijke populatie platte oesters verdween door overbevissing en door vervuiling decimeerde de populatie wulken. De aanleg van de Afsluitdijk betekende het eind van uitsluitend in de Zuiderzee voorkomende brakwatersoorten als de zuiderzeeharing en het zuiderzeekrabbetje.
Exoten
Naast het verdwijnen van soorten deden ook nieuwe soorten, vaak door menselijk handelen, hun intrede in de Waddenzee. Waarschijnlijk ingevoerd door Vikingen verscheen al in de Middeleeuwen de strandgaper. Van recentere datum is de kolonisatie van de Waddenzee door de Japanse oester. In totaal hebben zich nu 90 soorten uit omgeving van de Atlantische oceaan of de Stille Zuidzee in het waddengebied gevestigd. Japans bessenwier, penseelkrabbetje en slingerzakpijp zijn minder bekende voorbeelden. Deze soorten konden zich hier ook vestigen dankzij de aanwezigheid van hard substraat door de aanleg van dijken en jachthavens.
Herstel en zorgen
Natuurbeschermingsbeleid, het verbieden van jacht op zeezoogdieren en het schoner worden van het water had tot gevolg dat soorten terugkeerden. In 1985 maakten de eerste grijze zeehonden de oversteek vanuit Engelse wateren. Ook de gladde haai en de hondshaai worden af en toe weer aangetroffen. Zorgen zijn er vooral over de sterke achteruitgang van de visstand en de neerwaartse trend in de aantallen broedvogels in het internationale waddengebied. Sinds de start van de monitoring zijn 17 van de 29 soorten broedvogels in aantal achteruit gegaan. Daartegenover staat ook de komst van nieuwe zuidelijke soorten, zoals de zilverreiger, die dankzij het warmer wordende klimaat zich in het waddengebied kunnen handhaven. Van de 34 trekvogelsoorten die de Waddenzee aandoen, vertonen 16 soorten een achteruitgang. Alleen aalscholver, lepelaar, brandgans en bontbekplevier nemen in aantallen toe.
Bronnen
Wolff, W. J. (2000). Causes of extirpations in the Wadden Sea, an estuarine area in the Netherlands. Conservation Biology, 14(3), 876-885.
Lotze, H. K. (2005). Radical changes in the Wadden Sea fauna and flora over the last 2,000 years. Helgoland Marine Research, 59(1), 71.
Lotze, H. K., Reise, K., Worm, B., van Beusekom, J., Busch, M., Ehlers, A., ... & Knottnerus, O. S. (2005). Human transformations of the Wadden Sea ecosystem through time: a synthesis. Helgoland Marine Research, 59(1), 84.
Büttger H., Buschbaum C., Dolmer P., Gittenberger A., Jensen K., Kabuta S., Lackschewitz D., Reise K. & Troost K. (2017) Alien species. In: Wadden Sea Quality Status Report 2017. Eds.: Kloepper S. et al., Common Wadden Sea Secretariat, Wilhelmshaven, Germany. Last updated 21.12.2017. Downloaded 08.05.2019
Drent J., Bijkerk R., Herlyn M., Grotjahn M., Voß J., Carausu M.-C. & Thieltges D.W.
(2017) Macrozoobenthos. In: Wadden Sea Quality Status Report 2017. Eds.: Kloepper S. et al., Common Wadden Sea Secretariat, Wilhelmshaven, Germany. Last updated 21.12.2017. Downloaded 08.05.2019.
Wadweten, 22 juni 2017, Hoe (soorten)rijk zijn Noordzee en Waddenzee?