Scholeksters passen zich een beetje aan

Door: Cora de Leeuw
Datum: 9 juli 2019

Doordat het klimaat op aarde verandert, stijgt de zeespiegel van de Waddenzee en zijn er meer zomerstormen, waardoor nesten van broedvogels op de lage kwelder vaker wegspoelen. Reeds gevestigde scholeksters zijn niet hoger gaan broeden, maar nieuwkomers zoeken het hoger op.

Klimaatveranderingen

Het is al jaren duidelijk dat het klimaat op aarde verandert. De temperatuur loopt op en neerslag en stormen komen in extremere vorm voor, zelfs of juist ook in de zomer. Ook in Nederland en in het Waddengebied is dat zo. Uit metingen blijkt dat de laatste decennia de zeespiegel hier gemiddeld 3 mm per jaar stijgt (in de eeuwen daarvoor was dat 1 mm), de gemiddelde hoogwaterwaterstand met 4 mm per jaar en de maximale hoogwaterstand in de zomerperiode zelfs met 8 mm per jaar. Kwelders overstromen daarom vaker, maar ze slibben ook meer op. Deze opslibbing kan de bodemdaling of zeespiegelstijging niet overal bijhouden. Sinds begin jaren '90 is de kans op catastrofale overstromingen van vogelbroedplaatsen op de kwelders verdrievoudigd. De vraag is of kustbroedvogels - en zeker de soorten waarvan de aantallen achteruit gaan, zoals de Scholekster - zich kunnen aanpassen aan deze veranderende omstandigheden (zie ook de WadWeten van 11-02-2011: Zoekt de scholekster het hogerop?).

Scholeksters

De Scholekster (Haematopus ostralegus) komt in heel Nederland voor. De hoogste dichtheden zijn langs de Nederlandse kust en in het bijzonder in het Waddengebied, omdat scholeksters daar zowel broeden als overwinteren. Sinds 1985 nemen hun aantallen af, voornamelijk door voedselgebrek langs de kust, intensivering van de landbouw in het binnenland en een toename in het overstromingsrisico. De Scholekster heeft één broedsel per jaar, legt 3-4 eieren, broedt 24-27 dagen en voedt de jongen nog lang daarna. Broedende scholeksters blijken ruim tachtig procent van hun tijd in hun broedterritorium door te brengen. De rest van de tijd zijn ze op pad om voedsel te verzamelen (zie de WadWeten van 01-04-2011: Het timemanagement van scholeksters).

Onderzoek

Scholeksters leven lang en zijn zeer honk- en paarvast. Ze maken bij voorkeur elk jaar in hetzelfde territorium en vrijwel op dezelfde plaats hun nest. Scholeksters broeden het liefst op de lage kwelder, vlak bij hun voedselgebied: het wad. Steeds meer nesten gaan verloren door het extremere weer met de verhoogde waterstanden. Een groep onderzoekers heeft daarom onderzocht of scholeksters zich hieraan aanpassen door in de loop van hun leven een ander (hoger liggend) broedhabitat te kiezen. Ze blijken echter zeer territorium-trouw. Nieuwe soortgenoten binnen de populatie bezetten vaak hoger op de kwelder een nieuw territorium.

Habitatselectie

De studie is gebaseerd op gegevens uit een 32-jarig onderzoek naar het gedrag van scholeksters binnen eenzelfde populatie op Schiermonnikoog. Hieruit bleek dat in de loop van de tijd de gemiddelde hoogte van de locatie van de nesten van de scholeksters jaarlijks ongeveer 5 mm is toegenomen. Dit kwam echter niet doordat individuele scholeksters in de loop van de tijd hun territorium verlegden naar hogere plaatsen, maar door een verandering in de samenstelling van de populatie. Broeders van laaggelegen nesten verdwenen uit de populatie en nieuwkomers gingen op hogere plaatsen broeden. Deze keus was vooral gebaseerd op hun voorkeur voor een plek waar de dichtheid van soortgenoten hoog was en het aantal groot geworden jongen het hoogst. Dit suggereert dat habitatselectie een mechanisme kan zijn van soorten om zich aan te passen aan extreme klimatologische omstandigheden. Voor de scholeksters op Schiermonnikoog lijkt deze aanpassing echter niet voldoende, omdat 5 mm per jaar onvoldoende is om een verhoging van de maximale hoogwaterstand van 8 mm per jaar te compenseren.

Bronnen

Bailey, L.D., B. J. Ens, C. Both, D. Heg, K. Oosterbeek & M. van de Pol, 2019. Habitat selection can reduce effects of extreme climatic events in a long-lived shorebird. Journal of Animal Ecology.

 Bailey, L.D., B. J. Ens, C. Both, D. Heg, K. Oosterbeek & M. van de Pol, 2017. No phenotypic plasticity in nest-site selection in response to extreme flooding events. Philosophical Transactions of the Royal Society B-Biological Sciences, 372, 20160139.

 Van de Pol, M., B.J. Ens, D. Heg, L. Brouwer, J. Krol, M. Maier, K.M. Exo, K. Oosterbeek, T. Lok, C.M. Eising & K. Koffijberg, 2010. Do changes in the frequency, magnitude and timing of extreme climatic events threaten the population viability of coastal birds? Journal of Applied Ecology 47: 720-730.

https://www.chirpscholekster.nl/

https://www.sovon.nl/nl/soort/4500

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/scholekster

https://dekennisvannu.nl/site/artikel/Weer-of-geen-weer/9352

https://www.waddenacademie.nl/nieuws/nieuwsbericht/opinie-is-bodemdaling-door-gas-of-zoutwinning-nadelig-voor-wadvogels