Tapuiten, konijnen en duinbeheer
Door: Hans Revier
Datum: 3 oktober 2019
De door zijn witte stuit opvallende tapuit is een kenmerkende broedvogel van de Nederlandse zandgronden. De vogels houden vooral van open, schrale, zandige en insectenrijke gebieden en broeden in holen in de grond en in rotsspleten. In 1975 telde Nederland nog meer dan 2000 broedpaartjes tapuiten. Daarna verdween de soort echter uit grote delen van Noord-Brabant, Limburg en het kustgebied. Vermossing en vergrassing van de broedgebieden onder invloed van stikstofneerslag speelden een belangrijke rol bij deze sterke achteruitgang. Nu broeden nog zo’n 300 paartjes in Nederland en vormen de Waddeneilanden en verstuivende zandgronden in Drenthe de laatste bolwerken. Aanvankelijk waren het de konijnen die gebieden geschikt hielden voor broedende tapuiten. Nu worden ook met succes beheersmaatregelen toegepast.
Nordeney en Spiekeroog
De relatie tussen tapuiten en konijnen is systematisch onderzocht op de Duitse Waddeneilanden in Nedersaksen. In Nederland volgden onder andere Staatsbosbeheer en SOVON op Terschelling en Texel de aantalsontwikkeling van de tapuit nauwlettend. Uit het vergelijkend onderzoek in Nedersaksen blijkt dat er een sterke relatie is tussen het aantal konijnen op een eiland en het aantal broedparen tapuiten. Zo broedt op het eiland Nordeney ongeveer een derde van de populatie tapuiten (179 paar) in Nedersaksen. Op dit eiland springen ongeveer 5000 konijnen in het rond. Op het eiland Spiekeroog daarentegen komen helemaal geen konijnen voor en zijn de broedende tapuiten afwezig. Konijnen houden de vegetatie kort, zodat de tapuit makkelijk zijn favoriete voedsel, insecten, kan vinden. De konijnenholen vormen een geschikte nestgelegenheid.
Konijnenziekte
Ook in Nederland was de sterke relatie tussen de hoeveelheid konijnen en de broedparen van de tapuit al opgevallen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw nam door de konijnenziektes Myxomatose en VHS de populatie sterk af. De konijnen hielden de vegetatie in de duinen toen niet langer kort, waardoor deze gebieden minder geschikt voor broedende tapuiten werden en de aantallen afnamen. De beheerders nemen de laatste decennia maatregelen om de onder invloed van de neerslag van stikstof sterk verruigde duinen geschikt te maken voor broedende tapuiten. Zo zet Staatsbosbeheer op Terschelling schapen en geiten in om vergraste en vermoste duingebieden intensief te begrazen. Met resultaat: de helmvergrassing neemt al snel sterk af, het aandeel open zand neemt toe en de heidevegetatie keert terug. Voorzichtig herstel van de konijnenpopulatie en het opnieuw laten verstuiven van oude stuifkuilen doen de rest. Het aantal broedparen van de tapuit verdubbelt op Terschelling. Ook andere dieren zoals de heivlinder en verschillende bijensoorten profiteren van deze beheersmaatregelen.
Broedsucces
Zoals het er nu uitziet lijkt 2019 een uitzonderlijk goed broedjaar voor de tapuit te worden.
Op het Aekingerzand in Drenthe stijgt het aantal van 28 broedparen in 2018 naar 42 dit jaar. In de duinen van Den Helder een vergelijkbaar verhaal, van 25 paren naar 42, en in een derde bolwerk, de Eierlandse Duinen op Texel, van 29 naar 37. Op Terschelling stabiliseert het aantal broedparen rond de 70.
Bronnen:
Kämpfer, S., & Fartmann, T. (2019). Breeding populations of a declining farmland bird are dependent on a burrowing, herbivorous ecosystem engineer. Ecological Engineering, 140, 105592.
van Turnhout, C., Majoor, F., & Zutt, T. (2018). Populatiedynamiek en bescherming van Tapuiten in de Noordduinen in 2017. Sovon Vogelonderzoek Nederland.
van Turnhout C. & Majoor F. 2018. Tapuiten in de Eierlandse Duinen op Texel in 2018. Sovon-rapport 2018/68. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Websites
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/tapuit
https://www.boswachtersblog.nl/terschelling/2019/04/05/stuivend-zand-voor-tapuiten-en-viooltjes/