Uitgehongerde zeekoeten

Door: Cora de Leeuw
Datum: 18 april 2019

Enkele dagen na de flinke storm op zee waarbij van de MSC Zoë honderden containers overboord sloegen en de stranden van de Waddeneilanden overspoeld werden met de lading, spoelden ook vele dode zeekoeten aan. Onderzoek wees uit dat niet de containerramp maar verhongering en uitdroging de oorzaken zijn geweest van deze massasterfte.

Zeekoeten

Zeekoeten overwinteren in grote aantallen op de Noordzee. In het Nederlandse deel van de Noordzee wordt het aantal zeekoeten geschat op zo’n 200-400.000. In de zomer broeden deze zeekoeten op rotskusten van de Britse Eilanden, IJsland, de Faeröer eilanden, Noorwegen en Helgoland. De meeste zeekoeten die in Nederland worden gezien zijn afkomstig van de Britse Eilanden, met name Noordoost Schotland.

Onderzoek

In de winter wordt er elke twee maanden een zeevogeltelling gedaan in het Nederlandse deel van de Noordzee. De waarnemingen worden gedaan vanuit een vliegtuigje dat volgens een standaard protocol en een standaard route vliegt. Begin januari 2019 verloor het containerschip MSC Zoë een groot aantal containers, waar onder andere giftige stoffen en plastics in zaten. Kort daarna stierven circa 20.000 zeekoeten. Duizenden dode en doodzieke vogels spoelden aan op de Nederlandse kust. Er was een licht verhoogde sterfte van andere zeevogels zoals alken, noordse stormvogels en drieteenmeeuwen, maar niet van grote meeuwen, zee-eenden, vissen of zeezoogdieren. Om te onderzoeken of er een verband was tussen de sterfte van zeekoeten en de containerramp, zijn de zeevogeltellingen van november 2018 en van januari 2019 vervroegd uitgewerkt en zijn 139 dode zeekoeten in het laboratorium nader onderzocht 1).

 

Honger

Uit het onderzoek bleek al gauw dat de zeekoeten extreem mager en uitgedroogd waren en dat de meerderheid (68%) van de onderzochte dode zeekoeten slechts een half jaar oud was. Deze jongen zijn afgelopen zomer in een slecht broedseizoen opgegroeid. De gewichten waarmee de kuikens de kolonie hadden verlaten waren erg laag. Lage kuikengewichten gaan vaak gepaard met verhoogde sterfte in de winter erna. Zeekoeten op zee hebben geen toegang tot zoet water en drinken niet of nauwelijks; hun water halen ze via de spijsvertering uit het eten en niet eten leidt tot uitdroging. Dat verklaart waarom er deze winter zo veel zeekoetjongen in Nederland aanspoelden.

Andere oorzaken

Ook is er gezocht naar andere oorzaken van de sterfte. Pathologisch onderzoek leverde geen aanwijzingen op voor vergiftiging. Ook werd in géén van de onderzochte zeekoetmagen paraffine gevonden. Slechts twee vogels bleken drager te zijn van hoog-pathogene vogelgriepvirussen. Bij twee andere vogels kwamen kleine plekjes olie voor op de vleugels, maar er was geen sprake van ernstige oliebesmeuring, zoals in het verleden vaak is voorgekomen (zie ook de WadWeten ‘Vogelkadavers op het waddenstrand’). Ook werden er geen parasieten gevonden. In een aantal dode vogels werden stukjes plastic gevonden, maar dit waren minieme hoeveelheden en van een andere soort dan het plastic dat vrijkwam bij de containerramp. De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat de slechte conditie van de zeekoeten de oorzaak van hun dood is geweest.

1) De zeevogeltelling wordt in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) uitgevoerd door Bureau Waardenburg (BuWa) en Delta Project Management (DPM). Het onderzoek naar de doodsoorzaak van de zeekoeten is in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) uitgevoerd door Wageningen Marine Research en Wageningen Bioveterinary Research van de Wageningen Universiteit (WUR) en de Faculteit Diergeneeskunde en Dutch Wildlife Health Centre van de Universiteit Utrecht (UU).