Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Wadvogels vliegen op

Door: Cora de Leeuw
Datum: 12 november 2020

Voor het eerst is in detail onderzocht wat de effecten zijn van vliegtuigen op wadvogels. Er blijken duidelijke verschillen te zijn in verstoring door verschillende typen vliegtuigen. Ook de frequentie, de duur en de plaats ervan, evenals overige menselijke verstoringen, zijn belangrijk voor de overleving van wadvogels.

Aanleiding

Mede door de groei van de menselijke bevolking, het meer buiten recreëren en economische activiteiten, is de interactie tussen mensen en natuur sterk toegenomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat dat bij dieren heeft geleid tot bijvoorbeeld veranderd gedrag of zelfs het wegtrekken uit een gebied (vlucht-reactie). Deze vormen van verstoring kunnen het energieverbruik van dieren verhogen en de efficiëntie van het foerageren verlagen, wat vervolgens de overleving en voortplanting kan verminderen. In het kader van natuurbeheer is het daarom belangrijk om te weten waar, wanneer en hoe vaak er verstoringen optreden. Ook is het belangrijk om te weten of er sprake is van meerdere verstoringen, omdat er cumulatieve effecten kunnen optreden. Over de gevolgen van vliegverkeer op vogels is nog weinig bekend, maar wel dat rustende vogels in meer of mindere mate er door opvliegen. Voor het eerst is hier in detail wetenschappelijk onderzoek naar gedaan in de Waddengebied.

Onderzoek

Het onderzoek is in de periode 2017-2019 uitgevoerd door het gedrag waar te nemen van vier soorten wadvogels (Rosse grutto, Wulp, Scholekster en meeuwen) op vijf hoogwatervluchtplaatsen, gelegen aan de noordkant van Texel en de westkant van Vlieland. In dit gebied wordt regelmatig gevlogen door sportvliegtuigen (vanaf vliegveld Texel) en door straaljagers, helikopters en vrachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht. Op twee locaties (R1 en R2 op onderstaande kaart) is vooral sprake van verstoring door recreanten. De Scholeksters waren met GPS-zenders uitgerust en konden daarom in detail gevolgd worden na verstoringen. Zo kon berekend worden hoeveel energie ze verspilden door het opvliegen na verstoring. Dit Scholeksteronderzoek is onderdeel van het project CHIRP (Cumulative Human Impact on biRd Populations), een samenwerking tussen het Nederlands Instituut voor Ecologie, Sovon vogelonderzoek Nederland en de Radboud Universiteit. Hierin wordt onderzocht wat het effect is van verschillende menselijke invloeden op de Scholeksterpopulatie, omdat deze al tientallen jaren sterk achteruit gaat.

Grote verschillen

Uit het onderzoek bleek dat laagvliegende vrachtvliegtuigen (Hercules C-130 of Airbus A400) de meeste verstoring gaven: vogels vlogen dan tientallen minuten rond en verplaatsten zich soms zelfs naar andere eilanden in de Waddenzee. Deze vliegtuigen komen echter ook het minst voor, slechts een paar keer per jaar. Daarna kwamen, in afnemende mate van verstoring, eerst de straaljagers die explosieve bommen afwerpen (maximaal 3 weken per jaar), waarbij vogels zich tot op vier kilometer afstand verplaatsten. Daarna de helikopters, die veel verstoring veroorzaken omdat ze vaak lang aanwezig zijn en onvoorspelbare bewegingen maken. Vervolgens de gewone straaljagers, die relatief vaak en lang aanwezig zijn maar veel dezelfde rondjes vliegen, waardoor de vogels er wellicht aan gewend zijn geraakt. De kleine burgervliegtuigen gaven de minste verstoring, zeker wanneer ze zich aan de wettelijke minimale vlieghoogte in de Waddenzee hielden: 450 meter of hoger.

Energie

Uit het onderzoek met de gezenderde Scholeksters bleek dat er ook een duidelijke relatie is tussen de mate van verstoring en het energieverbruik van de vogels. Op dagen met activiteiten van transportvliegtuigen kon het energieverlies wel oplopen tot 8,5%. Maar aangezien deze verstoring ook het zeldzaamst was, bedroeg het gemiddelde extra dagelijkse energieverbruik op jaarbasis niet meer dan 0,25%. Het is daarom onwaarschijnlijk dat deze verstoring invloed heeft op de overleving van Scholeksters. Rosse grutto’s blijken echter veel gevoeliger dan Scholeksters te reageren op verstoring door vliegtuigen, terwijl ze weer minder reageren op verstoring door recreanten. Ook liet het onderzoek zien dat vogels in het nauw worden gedreven bij hoge waterstanden, waardoor de kans op verstoring door militaire vliegtuigen toeneemt. Daarom wordt aanbevolen om oefeningen met vliegtuigen te beperken, geen vliegoefeningen te houden bij hoge waterstanden en ook niet bij vorst wanneer vogels het al moeilijk hebben.

Bronnen

Van der Kolk, H., A.M. Allen, B.J. Ens, K. Oosterbeek, E. Jongejans & M. van de Pol (2020). Spatiotemporal variation in disturbance impacts derived from simultaneous tracking of aircraft and shorebirds. Journal of Applied Ecology.

Van der Kolk, H., K.L. Krijgsveld, H. Linssen, R. Diertens, D. Dolman, M. Jans, M. Frauendorf, B.J. Ens & M. van de Pol (2020). Cumulative energetic costs of military aircraft, recreational and natural disturbance in roosting shorebirds. Animal Conservation.

Hoeveel last hebben wadvogels van vliegtuigen. artikel op de website van SOVON

Website van het project CHIRP (Cumulative Human Impact on biRd Populations)