Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Rechts- en linkszijdigheid bij platvissen

Door: Tim van Oijen
Datum: 7 oktober 2023

Platvissoorten die de beide ogen zowel links als rechts kunnen hebben, komen bijna niet voor. Je ziet het bij slechts enkele van de meer dan 700 platvissoorten. De bot is daar een van.

In de vroegste ontwikkeling van een platvis wandelen de ogen naar één zijde van het lichaam. Bij veel soorten is dat steeds dezelfde kant. De ogen van de schol zitten bijvoorbeeld altijd op de rechterzijde. Maar bij de bot is dat net even anders. Die kan zowel linkszijdig als rechtszijdig zijn. Reden voor onderzoekers om eens te kijken of er ook verschillen zitten tussen de links- en de rechtsogige botten. Wat blijkt? De linkszijdigen hebben een langere bek en net een andere plek in het voedselweb.

Platvissen die beide ogen aan een kant kunnen hebben, zoals de bot, zijn katadroom. Deze soort plant zich voort op zee en trekt het zoete water in om op te groeien. Volwassen botten gaan in het jaar voorafgaand aan de voortplanting terug naar zee om daar voorgoed te blijven. De larven laten zich na het uitkomen met de zeestroming meevoeren naar de kust. Bij een lengte van ongeveer een centimeter ondergaan ze de metamorfose tot platvis, waarbij de ogen links of rechts komen te zitten.

Linkszijdige botten zijn overal in Europa, ook in de Waddenzee, in de minderheid. Maar afhankelijk van de locatie kunnen ze tot 45 procent van de populatie omvatten. Biologen vermoedden dat de lichaamsbouw van de linkszijdige dieren dermate anders is dat ze ook ander voedsel eten. In een onderzoek namen ze daarom de lichaamsvorm en het dieet van de twee botvarianten nader onder de loep.

Krachtige beet

Rechtszijdige en linkszijdige botten bleken bepaald geen spiegelbeeld van elkaar te zijn. De rechtszijdige hebben een langgerekter lijf. Ook is het smallere deel van de vis, waar de staartvin zich met de ruggengraat verbindt, langer. De bek daarentegen is juist korter.

Bij de, eveneens ‘meerzijdige’, nauw verwante platvissoort Platichthys stellatus, die in meer noordelijke wateren voorkomt, hebben de rechtszijdigen ook een kortere kaak. Bij die dieren is aangetoond dat ze hierdoor een krachtigere beet hebben. Rechtszijdige botten bijten waarschijnlijk ook krachtiger en kunnen daardoor beter harde prooien eten.

Uit een analyse van de maaginhoud van deze botten bleek dat daar veel garnalen in zaten. Die behoren tot de hardste prooien die een platvis eet, dus dit sluit goed aan bij de krachtige beet. Bij linkszijdige botten werden garnalen niet in de maag aangetroffen. Die aten juist meer wormen.

Visuele jager

Wat de functie is van het langere smalle deel bij de staartvin is minder duidelijk. Eerder werd gedacht dat dit rechtszijdigen zou helpen om sneller uit de startblokken vliegen om te vluchten of om een prooi te vangen. Maar bij de soort Platichthys stellatus blijken juist de linkszijdigen wat explosiever te starten.

Een ander opvallend verschil is dat bij rechtszijdige botten het gemigreerde oog verder rugwaarts zit dan bij de linkszijdige dieren. Dat geeft ze waarschijnlijk een bredere blik. En dat is niet onbelangrijk want platvissen zijn zichtjagers, die hun ogen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen en daarmee de omgeving scannen.

Competitie met schol?

Al met al lijken de rechtszijdige botten wat beter toegerust te zijn. Maar als linkszijdigen zich specialiseren in het vangen van met name wormen dan kunnen ze een niche vinden waarin ze prima kunnen overleven.

Wat levert het nou op om variatie te hebben in oogkant binnen één soort? Volgens de onderzoekers krijgen de botten zo onderling minder competitie om voedsel, en ook minder competitie met soorten als de schol. Zweedse biologen zagen dan ook dat in ondiepe wateren waar veel schol zat, er relatief veel linkszijdige bot aanwezig was. De rechtszijdige bot zou daar meer concurrentie ervaren van de schol, die ook rechtszijdig is.

WadWeten

Onder de noemer WadWeten publiceren de Waddenacademie en de Leeuwarder Courant iedere maand een artikel over recent onderzoek op en rond de Wadden. Wetenschapsjournalisten Tim van Oijen en Wouter Hoving beschouwen verschillende kennisdisciplines, waaronder de biologie, geologie en cultuurhistorie. Deze WadWeten verscheen ook op de website van De Leeuwarder Courant.

Bronnen

Yershov, P.N., G.V. Fuks en V.M. Khaitov (2022). Spatial variation in the frequency of left-sided morph in European Flounder Platichthys flesus (Linnaeus, 1758) from the Marginal Arctic (the White Sea). Diversity 14, 1004.

Bergstrom, C.A., J. Alba, J. Pacheco, T. Fritz en S.L. Tamone (2019). Polymorphism and multiple correlated characters: Do flatfish asymmetry morphs also differ in swimming performance and metabolic rate? Ecology and Evolution 9:4772–4782.

Russo, T., e.a. (2012). ‘‘Right’’ or ‘‘Wrong’’? Insights into the ecology of sidedness in European Flounder, Platichthys flesus. Journal of Morphology 273:337–346.

Bot (Ravon website)