Hoe bescherm je broedvogels tegen drones?
Door: Wouter Hoving
Datum: 7 november 2024
Het monotoon zoemen van een drone is niet het favoriete geluid voor veel mensen, maar je vlucht er niet voor weg. Voor sommige broedvogels ligt dat anders. Zij zien zeer laagvliegende drones wel als een bedreiging, blijkt uit onderzoek.
Hoe dichtbij kun je met een drone komen, om vogels niet te verstoren? Op Texel, Vlieland, Terschelling en het vogeleiland Griend onderzocht de Rijksuniversiteit Groningen dat samen met Sovon en The Fieldwork Company. Het onderzoek – dat pas later dit jaar officieel gepubliceerd wordt – maakt deel uit van het project ‘Wij & Wadvogels’.
De onderzoekers keken zowel naar het effect van de ‘gewone’ recreantendrone als die van de professionele drone. Die laatste is ideaal om broedende vogels te tellen. Hij is nauwkeuriger dan het menselijk oog, heeft goed overzicht en voorkomt dat onderzoekers zelf door het gebied moeten banjeren.
Maar dan moet zo’n drone niet zélf de vogels opschrikken. Dat gebeurt – onder de juiste voorwaarden – niet, bleek twee jaar geleden al uit onderzoek. Bij een vlucht met een propellerdrone stegen weinig vogels op. Lepelaars en kokmeeuwen trokken zich er niks van aan. Andere soorten, zoals de kluut, waren minder gesteld op de ‘vreemde vogel’, maar wenden er op den duur ook aan.
Nu wilden onderzoekers preciezer weten hoe verschillende soorten op de drone reageerden. Met dit onderzoek krijgen terreinbeheerders zoals Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer handvatten om dronegebruik toe te staan of te verbieden. Dat gebeurt nu vaak nog op basis van willekeur.
Ze vlogen met drones boven broedende populaties visdieven, kokmeeuwen, aalscholvers, lepelaars, kleine mantelmeeuwen, grote sternen en zilvermeeuwen. Daarbij begonnen de onderzoekers op 50 meter hoogte, en kwamen tot maximaal 5 meter hoogte. Zodra vogels tweemaal verstoord opvlogen, stopten ze. In totaal deden de ecologen ongeveer 1500 dronevluchten.
Groot verschil tussen stern en lepelaar
Tussen het effect van een recreantendrone en een professioneel exemplaar blijkt niet veel verschil. Maar tussen de afzonderlijke vogelsoorten des te meer. Grote sternen vliegen sneller van hun nest als er een drone boven ze hangt. Bij 20 meter hoogte vliegt meer dan 10 procent weg voor een halve minuut. Dichterbij wilden de onderzoekers dan ook niet gaan. Ook de visdiefjes reageren sterk.
Andere vogels trokken zich er weinig van aan. ,,Aalscholvers en lepelaars blijken heel relaxed te zijn”, vertelt adjunct hoogleraar Laura Govers van de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeker bij NIOZ. ,,Die gaven nog geen kik als de drone 10 meter boven ze vloog.”
De verstoring door drones blijkt groter op plekken waar meerdere vogelsoorten dichtbij elkaar broeden, zoals Griend. Als het meest schichtige exemplaar opvliegt, worden alle dieren onrustiger.
Recreantendrone gaat vaak te laag
Als je alle onderzochte vogelsoorten niet wil verstoren met een drone, kun je het beste vijftig meter erboven vliegen. Op die hoogte kan een professionele onderzoeksdrone prima functioneren. Maar een recreant komt met zijn drone vaak veel dichterbij, en dat is niet verstandig, zegt Govers. ,,Dat toeristen op stranden vliegen met een drone, wil je niet. Op Schiermonnikoog broeden de meeuwen al gelijk in de duinen naast het strand.”
In Duitsland zijn de regels al strenger dan in Nederland, vertelt Govers. ,,Op het eiland Sylt staan borden met een drone waar een rood kruis doorheen staat.” Op de juiste hoogte hoeven zulke terreinbeheerders volgens Govers niet huiverig te zijn voor de inzet van professionele drones bij vogeltellingen.
Mogelijk vervolgonderzoek
Toch blijft er ook na dit onderzoek nog veel onduidelijk over het effect van drones op vogels. Zo maakt het exacte moment van dronevliegen veel uit, zegt Govers. ,,Vogels zijn aan het begin van hun broedperiode veel gevoeliger voor verstoring, want ze zijn alerter op de geschiktheid van hun broedplek.” Dit onderzoek vond plaats op het moment dat de eieren bijna of net uitgekomen waren, dat is de minst verstoringsgevoelige periode van het broedseizoen.
In dit onderzoek is daarnaast alleen gekeken naar koloniebroeders. Een vervolgonderzoek zou kunnen zijn het effect van drones te onderzoeken op andere vogels. Govers: ,,Strandbroeders zoals de bontbekplevier zijn mogelijk gevoeliger voor een drone. We weten ook dat scholeksters vrij extreem reageren op drones, die vliegen ernaartoe en vertonen aanvallend gedrag.” Het effect van drones op vogels die niet in een kolonie broeden is volgens Govers moeilijker te onderzoeken: je hebt minder hoge aantallen en de dieren zijn minder makkelijk te vinden.
Een vervolgonderzoek (‘Wij & Wadvogels II’ vanuit de Vogelbescherming) gaat bezig met het tellen van eidereenden met drones.
WadWeten
Onder de noemer WadWeten publiceren de Waddenacademie en de Leeuwarder Courant iedere maand een artikel over recent onderzoek op en rond de Wadden. Wetenschapsjournalisten Wouter Hoving en Rob van der Wal beschouwen verschillende kennisdisciplines, waaronder de biologie, geologie en cultuurhistorie. Deze WadWeten verscheen ook op de website van De Leeuwarder Courant.
Bron
Velila, E., N.Hijner, A. Van Ginkel, M. Zwarts, J. Heusinkveld, K. Koffijberg, K. Oosterbeek, J. Stahl, S. Duijns, L. Govers (n.d.). Best practice guidance for recreational and professional drones near colonial breeding birds (manuscript). Publicatie is onder revisie bij journal Plos One voor 2025.