Opinie: Moeten we bang zijn voor exoten in de Waddenzee?

In de serie opinieartikelen in het Friesch Dagblad, die op initiatief van de Waddenacademie tot stand komen is een artikel verschenen van David Thieltges, senior-onderzoeker aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). In de Waddenzee is een nieuwe exotische worm gevonden, waarmee de lijst met exoten nog langer wordt. Elk jaar worden er gemiddeld zo wel één tot twee nieuwe exotische soorten in de Waddenzee gevonden. Maar moeten wij echt bang zijn voor exoten in de Waddenzee?

De nieuwe exotische worm polyadora websteri. Foto: Dagmar Lackschewitz

De nieuwe exotische worm polyadora websteri. Foto: Dagmar Lackschewitz

Exotische soorten zijn organismen die hier niet van nature voorkomen, maar door toedoen van de mens in de Waddenzee terecht zijn gekomen. Ze kunnen bijvoorbeeld meegekomen zijn in het ballastwater van schepen dat hier geloosd is. Of meegelift zijn met andere exoten zoals de Japanse oester. Voor sommige exoten zijn de omstandigheden in hun nieuwe leefgebied zo gunstig dat zij zich enorm voortplanten, zich ruim verspreiden en daarmee invasief worden.

Dat zulke invasieve soorten veel overlast kunnen veroorzaken kennen wij van het vasteland. Bekende voorbeelden zijn de Japanse duizendknoop en de tijgermug. Maar hoe zit dat in de Waddenzee, zijn invasieve soorten de grote boosdoeners op het wad?

Een antwoord op deze vraag geven is moeilijker dan je denkt en hangt sterk af van je eigen gezichtspunt. Vanuit de natuurwetenschap valt de vraag eigenlijk niet te beantwoorden, omdat goed en slecht morele en geen natuurwetenschappelijke categorieën zijn. Voor ecologische wetenschappers zijn exoten gewoon spelers op het ecologisch toneel met vergelijkbare rollen als de inheemse soorten.

Natuur verandert altijd

Er bestaat geen biologische eigenschap die een exoot tot een exoot maakt. Er bestaat ook niet zoiets als een evenwicht in de natuur dat verstoord zou kunnen raken, omdat de natuur altijd verandert. Maar natuurlijk kunnen nieuwe spelers veranderingen in het systeem in gang zetten. Invasies zijn dus een soort grootschalig experiment waarvan wetenschappers veel over interacties tussen soorten kunnen leren.

Vanuit het perspectief van de natuurbescherming en het natuurbeheer valt het oordeel anders uit. Natuurbeschermers zien invasieve soorten als verstoring van een natuurlijke toestand en dus als potentiële boosdoeners. Veel energie en geld gaat zitten in het voorkomen en bestrijden van invasieve soorten.

Ook in de Waddenzee is dit een belangrijk thema. Exoten gelden als een bedreiging voor het UNESCO-werelderfgoed. Maar tot nu toe zijn er weinig aanwijzingen dat invasieve soorten tot grote verstoringen of het uitsterven van inheemse soorten in de Waddenzee hebben geleid.

Beperkt risico

Natuurlijk verschuiven interacties in het systeem, maar zelfs van de Japanse oester weten wij nu dat deze niet het einde van de inheemse mosselen betekend heeft, zoals iedereen in het begin nog wel dacht. Mosselen doen het juist goed tussen de enorme oesterriffen, waar zij veel minder predatie door krabben en vogels ervaren.

Mogelijk is het risico op dramatische effecten van invasieve soorten in de Waddenzee beperkt omdat het een ecologisch jong ecosysteem met relatief weinig soorten is en er dus genoeg ruimte en voedsel voor nieuwe bewoners is. Er zijn ook geen endemische, alleen in de Waddenzee voorkomende, soorten die door exoten bedreigd zouden kunnen worden. Dus mogelijk valt het met de gevolgen van exoten mee en hoeven wij ons daarover minder druk te maken.

Het commerciële perspectief

Er is natuurlijk ook nog een derde perspectief, omdat exoten ook commerciële belangen kunnen raken. De nieuwe exotische worm is daarvan een goed voorbeeld. Vanuit een ecologisch perspectief is het gewoon een nieuwe soort die gangen in schelpen boort en vaak zwarte blaren aan de binnenkant van de schelp veroorzaakt. Maar voor oesterkwekers pakt dit mogelijk anders uit.

De worm is al langer invasief in Noord-Amerika en daar hebben oesterkwekers veel overlast van de worm, omdat ze geïnfecteerde oesters niet meer kunnen verkopen. Dus het is niet vreemd dat je als oesterkweker bang bent voor de worm. Het antwoord op de vraag of wij bang moeten zijn voor exoten is dus een ingewikkeld verhaal. Alles hangt af van je eigen perspectief. Vanuit een ecologisch perspectief hoeven wij misschien niet zo bezorgd te zijn om de Waddenzee. Maar omdat sommige exotische soorten commerciële of andere belangen kunnen raken, is voorkomen nog altijd beter dan genezen.

Dit artikel verscheen op 31 augustus 2020 in het Friesch Dagblad.

Bekijk ook het overzicht van alle sinds mei 2011 verschenen opinieartikelen.