Plakkende algenmatten beschermen wadbodem

Door: Tim van Oijen
Datum: 28 mei 2010

De sterke stroming in de Waddenzee kan veel zand en slib loswoelen. Maar in het voor- en najaar vormen zich algenmatten op de wadbodem die dat voorkomen. Een recente studie bevestigt dat de kleverige suikers die de microalgen uitscheiden de boel goed bij elkaar houden. Daarnaast dragen waarschijnlijk ook kokkels en een aantal andere bodemdieren hun steentje bij aan de sedimentstabilisatie.

De verplaatsing van zand- en slibdeeltjes in de Waddenzee wordt door allerlei processen beïnvloed. Uiteraard is de stroming door wind en getij belangrijk. De mate waarin de stroming deeltjes van de bodem los weet te maken, hangt mede af van de biologische activiteit op en in de bodem (zie WadWeten projectontwikkelaars). Op vlakke wadplaten zijn met name biofilms, hoofdzakelijk gevormd door diatomeeën/kiezelwieren, van belang. De bruinige algenplakkaten zijn in het voorjaar zeer duidelijk zichtbaar (afb. 1).

Erosie-experimenten

Wetenschappers hebben op het Duitse Wad tussen de Ostfriese kust en het eiland Langeoog het effect van algen en andere bodemdieren op de sedimentstabiliteit in detail bestudeerd. De mate waarin de bodem vatbaar was voor erosie werd bepaald met een speciaal daarvoor ontwikkeld apparaat. Het is een perspex buis die in de bodem wordt gestoken en wordt gevuld met zeewater. Hierin wordt met een schroef het water in beweging gebracht. Er wordt stapsgewijs een steeds hogere stroomsnelheid langs het sedimentoppervlak gegenereerd.  Zo kan de "kritische erosiesnelheid" worden bepaald. Dat is de stroomsnelheid waarbij het bodemoppervlak los begint te komen.

In het voorjaar en aan het einde van de zomer bleek de wadbodem beduidend minder gevoelig voor erosie te zijn dan in de rest van het jaar. Dit waren periodes waarin er veel algen op de bodem aanwezig waren. Het zijn met name de kleverige suikers die de algen produceren die er voor zorgen dat de sedimentdeeltjes niet met de stroming worden weggevoerd. Deze suikers scheiden de algen uit tijdens de groei en maken ze mede aan om zich te verplaatsen. Op de onderzoekslocatie zaten behalve algen ook veel kokkels (afb 2.), maar deze schelpdieren bleken geen meetbare invloed op de bodemerosie te hebben. Toch is het vermoeden dat die er wel is. Het is namelijk aangetoond dat de bedrijvigheid van kokkels zorgt voor meer kleine deeltjes aan het bodemoppervlak. En in eerdere studies is aangetoond dat dit kan leiden tot een afname in de erosie.

Destabilisatie

Sommige bodemdieren, waaronder kleine kreeftachtigen zoals de amfipode Corophium volutator, kunnen het wadoppervlak juist losser maken. Het gedestabiliseerde sediment zal gemakkelijker met de stroming worden meegevoerd. Hoe het sedimenttransport in de Waddenzee in de toekomst zal veranderen, is deels koffiedik kijken. Het is duidelijk dat wetenschappers in hun modellen rekening zullen moeten houden met de bewoners van het Wad.

Bron

Andersen, T. J., Lanuru, M., van Bernem, C., Pejrup, M., en R. Riethmueller (2010). Erodibility of a mixed mudflat dominated by microphytobenthos and Cerastoderma edule, East Frisian Wadden Sea, Germany. Estuarine Coastal and Shelf Science, Vol. 87(2), p. 197-206.

Relatie met de kennisagenda van de Waddenacademie

Gerelateerde onderdelen van de kennisagenda van de Waddenacademie en de achterliggende position papers:

Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden. Integrale kennisagenda van de Waddenacademie.

(Natuur)behoud in een veranderende wereld.  Position paper Ecologie (pdf 2,7 Mb), p. 24-29.

Lees meer in het thema Ecologieop deze site.

De ontwikkeling van het waddengebied in tijd en ruimte. Position paper Geowetenschap (pdf 6,3 Mb), p. 77.

Lees meer in het thema Geowetenschap op deze site.

Oops, an error occurred! Code: 2024041914032780d93a7a