Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Langetermijneffecten containerramp ongewis

Door: Hans Revier
Datum: 10 januari 2019

Vrijwilligers die hielpen met het opruimen van de troep uit de containers, zagen hoe enorme hoeveelheden piepschuim verbrokkelden op het strand. De duinen, kwelders en wadplaten raakten bezaaid met plastic resten. Overal vond men plastic korrels, een grondstof voor de plasticindustrie. Al dat plastic in het waddenmilieu breekt niet of nauwelijks af. Ecologen maken zich grote zorgen over de langetermijneffecten.

Wereldwijd probleem

Plastic in het zeemilieu is een bekend probleem. Jaarlijks verdwijnt tussen de 5 en 13 miljoen ton van land in zee en eindigt in wat we kennen als ‘de plasticsoep’. Dertig jaar geleden onderkende men al het probleem dat afval in zee wereldwijd kan veroorzaken. Zeevogels die stukken plastic aanzien voor voedsel of zeezoogdieren die verstrikt raken touwen of netten brachten het probleem onder de aandacht van beleidsmakers. Maar ondanks het tot stand komen van internationale afspraken –o.a. het verbod om huishoudelijk afval overboord te zetten– bleef het probleem onverminderd groot. Van alle soorten zeeschildpadden, 66% van de zeezoogdiersoorten, 50% van de zeevogelsoorten en snel groeiende aantallen vissen en ongewervelden is inmiddels verstrikking in, of het eten van vooral plastic afval vastgesteld. Zelfs de in het waddengebied gestrande walvissen blijken grote stukken plastic in hun maag- en darmkanaal te hebben. Uit langjarige studies naar de maaginhoud van aangespoelde stormvogels blijkt dat in de periode 1980-1990 de hoeveelheid afval in de Noordzee sterk toenam. Daarna nam de hoeveelheid weer af tot het niveau van 1980. De samenstelling wisselde ook. Het aandeel aan industriële plastics daalt vanaf 1980 langzaam en de sterke stijging is vooral te wijten aan de toename van plastics uit het dagelijkse gebruik. Zie ook eerdere Wadwetens: Vliegende vaten (22 juni 2012), Waar komt die rotzooi toch vandaan? (18 juni 2015) en Vuilnis in potvissen (9 september 2016).

Microplastics

Bij deze hoeveelheden valt de containerramp misschien in het niet, maar de resten piepschuim en plastic korrels uit de containers liggen in hoge concentraties in een relatief klein gebied en zullen jarenlang het waddengebied blijven vervuilen. Dit plastic wordt niet echt afgebroken, maar kan door golfwerking en UV-straling wel uiteenvallen in kleine deeltjes. Uit verschillende studies blijkt dat deze microplastics ook in het waddengebied al overal voorkomen. Zie ook Wadweten: Microplastics in het waddengebied (2 maart 2017). De kleine deeltjes, men spreekt over microplastics als de deeltjes niet groter zijn dan 5mm, worden opgenomen door wadpieren en schelpdieren en komen zo in de voedselketen terecht. Uit Engels onderzoek bleek dat microplastics ook op hogere trofische niveaus in het voedselweb voorkomen. Analyses van de uitwerpselen van grijze zeehonden en het maagdarmkanaal van de makreel (het belangrijkste prooidier van de zeehonden) toonden het algemeen voorkomen van microplastics in deze dieren aan.

Effecten op de gezondheid

Ook voor menselijke consumptie gevangen vis, schaal- en schelpdieren bevatten microplastics. Zo zijn ze in kabeljauw, zeebaars, mosselen, oesters en garnalen al aangetroffen. Mosselen die in België verkocht worden bevatten gemiddeld 3 tot 5 deeltjes plastic per 10 gram vleesgewicht. Belgische onderzoekers berekenden dat de hoeveelheid microplastics die men via het eten van mosselen binnen kan krijgen kan oplopen tot 11.000 deeltjes per jaar. In hoeverre dit van invloed is op de menselijke gezondheid is niet goed bekend. Onderzoekers speculeren dat alleen heel kleine deeltjes (kleiner dan 150 micrometer) vanuit het spijsverteringsstelsel kunnen doordringen in het lymfestelsel en organen. Een ander wijze waarop microplastics de gezondheid zouden kunnen aantasten, is door te fungeren als ‘vervoermiddel’ voor allerlei vervuilende stoffen, o.a. PAK’s, PCB’s en zware metalen, die zich al in het milieu bevinden. Ook de vaak kankerverwekkende chemische verbindingen die gebruikt worden bij de productie van plastic kunnen zich zo ophopen in de voedselketen.

Op dit moment valt nog weinig te zeggen over de ecologische gevolgen van de containerramp op de langere termijn. Nader onderzoek zal dit moeten uitwijzen. De Waddenacademie, Rijkswaterstaat en de Rijksuniversiteit Groningen hebben hiertoe al het initiatief genomen. Zie ook het nieuwsbericht Rijkswaterstaat en Waddenacademie starten onderzoek naar plastic verontreiniging.

Bronnen

Barboza, L. G. A., Vethaak, A. D., Lavorante, B. R., Lundebye, A. K., & Guilhermino, L. (2018). Marine microplastic debris: An emerging issue for food security, food safety and human health. Marine pollution bulletin, 133, 336-348.

Nelms, S. E., Galloway, T. S., Godley, B. J., Jarvis, D. S., & Lindeque, P. K. (2018). Investigating microplastic trophic transfer in marine top predators. Environmental Pollution, 238, 999-1007.

de Sá, L. C., Oliveira, M., Ribeiro, F., Rocha, T. L., & Futter, M. N. (2018). Studies of the effects of microplastics on aquatic organisms: What do we know and where should we focus our efforts in the future?. Science of The Total Environment, 645, 1029-1039.

GESAMP (2016). “Sources, fate and effects of microplastics in the marine environment: part two of a global assessment” (Kershaw, P.J., and Rochman, C.M., eds). (IMO/FAO/UNESCO-IOC/UNIDO/WMO/IAEA/UN/ UNEP/UNDP Joint Group of Experts on the Scientific Aspects of Marine Environmental Protection). Rep. Stud. GESAMP No. 93, 220 p.