De grijze zeehond zoekt het verderop
Door: Tim van Oijen
Datum: 15 oktober 2020

In de Noordzee en Waddenzee komen twee zeehondensoorten algemeen voor: de gewone en de grijze zeehond. Tussen deze soorten bestaat voedselconcurrentie maar die is minder groot dan je zou verwachten. Innovatief bloedonderzoek laat zien dat de grijze zeehond verder op zee zijn kost verzamelt en een selectief dieet heeft dat voor een flink deel uit zandspiering bestaat. De gewone zeehond blijft dichter bij huis en heeft een breder dieet dat maar gedeeltelijk met dat van de grijze zeehond overlapt.
Zeehonden eten dagelijks zo’n vier tot vijf kilo voedsel, voornamelijk vis. Door de intensieve visserij en door de toename in de zeehondenpopulaties zal de concurrentie tussen de gewone zeehond en de grijze zeehond aanzienlijk zijn. Het is waarschijnlijk dat de twee soorten als reactie een eigen ecologische niche hebben gezocht waardoor de concurrentie binnen de perken blijft. De dieren kunnen bijvoorbeeld elk in een ander deel van de Noordzee hun voedsel zijn gaan zoeken, of op andere momenten. Ook kunnen ze op verschillende prooien zijn gaan jagen.
Isotopen

Om uit te zoeken of er van bovengenoemde ‘segregatie’ sprake is, hebben biologen het bloed van zeehonden uit de Noordzee geanalyseerd op de gehaltes van stabiele isotopen. Isotopen zijn atomen van hetzelfde chemische element, bijvoorbeeld stikstof (N), koolstof (C) of zwavel (S), maar met een verschillend aantal neutronen. In de natuur komen bijvoorbeeld van het element stikstof de stabiele isotopen N-14 en N-15 voor. De verhouding tussen de twee verschilt per dier- en plantengroep. Uit de verhouding in het bloed of weefsel van een zeehond kun je ook afleiden welk voedsel het dier heeft gegeten. Het voordeel van deze bloedanalyse ten opzichte van een analyse van de maaginhoud is dat de uitkomst meer informatie geeft over het dieet over een langere periode. De maaginhoud zegt vooral iets over wat de zeehonden die dag hebben gegeten.
De onderzoekers onderzochten ook de gehaltes van de sporenelementen kwik (Hg) en selenium (Se) in het bloed. Deze kunnen als indicatoren worden gebruikt voor hoe ver uit de kust een zeehond zijn voedsel heeft gevangen. Dichtbij de kust is het kwikgehalte in de bodem namelijk hoger, omdat het sediment daar verontreinigde stoffen aan zich bindt die door rivieren zijn afgevoerd. Het gehalte van het natuurlijke element selenium neemt naar de kust toe juist af.
Dicht bij de wal

De onderzoekers namen bloed af bij 45 grijze zeehonden en 37 gewone zeehonden langs de Duitse en Schotse kust. Uit de analyse bleek dat de grijze zeehond verder van de kust af jaagt. De biologen leidden dit af uit het gemiddeld lagere relatieve N-15 gehalte, de lagere kwikconcentratie en de hogere seleniumconcentratie. Bij de gewone zeehond waren het N-15 gehalte en de kwikconcentratie hoger en de seleniumconcentratie lager. Dit duidt er op dat deze soort zijn voedsel dichter bij de kust verzamelt. Hoge relatieve waarden van de zwavelisotoop S-34 in het bloed van de grijze zeehonden duidden op een groter aandeel van zandspiering in het dieet. Uit de bloedanalyses van de dieren van het Duitse kustgebied bleek dat het dieet van de beide zeehondensoorten daar meer overlapte. Dit verklaren de onderzoekers met het feit dat zowel een groot deel van de grijze als van de gewone zeehonden die in de Waddenzee ruien en paren rond die tijd hun voedsel in de zuidelijke Noordzee verzamelen. Op dat moment zal er dus waarschijnlijk toch stevige voedselconcurrentie tussen de beide soorten zijn.
Bron
Damseaux, F., U. Siebert, P. Pomeroy, et al. (2020). Habitat and resource segregation of two sympatric seals in the North Sea, Science of the Total Environment.