Een weiland delen met brandganzen is voor kieviten geen groot succes

Door: Tim van Oijen
Datum: 6 april 2023

In de weilanden langs de randen van de Waddenzee overwinteren jaarlijks duizenden brandganzen. Ze blijven er tot in het voorjaar en delen dan de ruimte met broedende kieviten, grutto’s, tureluurs en scholeksters. Voor de kieviten is dat nadelig voor hun broedsucces.

WadWeten

Onder de noemer WadWeten publiceren de Waddenacademie en de Leeuwarder Courant iedere maand een artikel over recent onderzoek op en rond de Wadden. Wetenschapsjournalisten Tim van Oijen en Wouter Hoving beschouwen verschillende kennisdisciplines, waaronder de biologie, geologie en cultuurhistorie. Deze WadWeten verscheen ook op de website van De Leeuwarder Courant.

Door beschermingsmaatregelen zijn de meeste ganzensoorten de afgelopen decennia in aantal toegenomen in Europa. Tegelijkertijd hollen de aantallen van veel soorten weidevogels achteruit. Biologen vroegen zich af of er ook direct nadelige effecten van ganzen op andere weidevogels zijn.  Ze hebben dat onderzocht in weilanden langs de randen van het Duitse deel van de Waddenzee. Daar grazen tot in mei overwinterende brandganzen op de buitendijkse graslanden terwijl daar ook talloze wad- en weidevogels broeden.

Het onderzoek is gedaan bij de monding van de rivier de Elbe. De biologen telden wekelijks het aantal brandganzen in het onderzoeksgebied. Dit waren er tienduizenden. Ook telden ze het aantal broedterritoria van vijf vogelsoorten: kievit, grutto, tureluur, bontbekplevier en scholekster. Dit waren er honderden per soort.

Voorkeur voor zelfde habitat

Uit het onderzoek bleek dat op de plekken waar veel ganzen graasden, er ook veel kieviten en tureluurs zaten. Het is waarschijnlijk dat dit komt doordat de drie soorten simpelweg de voorkeur voor hetzelfde habitat hebben - de ganzen om er te grazen, en de kievit en tureluur om er te broeden. Er was geen relatie tussen het aantal brandganzen en het aantal territoria van grutto, scholekster en bontbekplevier.

De onderzoekers keken ook of de dichtheid aan ganzen effect had op het aantal weidevogeljongen dat verschillende vogelsoorten wisten groot te brengen. Ze ontdekten dat tussen grote aantallen brandganzen het broedsucces van de kievit minder was. Hiervoor dragen ze meerdere verklaringen aan. Het is mogelijk dat kieviten door de aanwezigheid van de ganzen meer tijd en energie kwijt zijn aan de verdediging van hun nest. Kieviten staan er om bekend dit op agressieve wijze te doen en zouden dus om die reden vaker van hun nest kunnen gaan. Dat is nadelig voor de legsels. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de brandganzen roofdieren zoals vossen aantrekken en zo de kans vergroten dat de kievitsnesten ook doelwit worden.

Experimenteel onderzoek

De biologen benadrukken dat experimenteel onderzoek nodig is om een oorzakelijk verband aan te tonen. Als voorbeeld noemen ze een experiment waarbij de kievitsnesten in weilanden met veel brandganzen beschermd worden met gaas. Als dit tot hogere overleving van de kievitskuikens leidt (vergelijkbaar met die in weilanden met minder ganzen) kan de oorzaak bij verhoogde predatie worden gezocht.

Bron

Moonen, S., J. Ludwig, H. Kruckenberg, G.J.D.M. Müskens, B.A. Nolet, H.P. van der Jeugd en F. Bairlein (2023). Sharing habitat: Effects of migratory barnacle geese density on meadow breeding waders. Journal of Nature Conservation 72, 126355.

Brandgans op de website van Vogelbescherming