Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Komt de zandkokerworm terug?

Door: Wouter Hoving
Datum: 3 juli 2025

Bij Texel is één Sabellaria spinulosa gevonden, een zandkokerworm die prachtige riffen kan maken. Ooit had de Waddenzee er veel van. Onderzoeker Martin Baptist van Wageningen University & Research hoopt op de terugkeer. 

Voor de kust van Texel, ten zuidoosten van het eiland, leeft een overvloed aan onderwaterdiertjes. Op de kunstmatige onderwaterrots van 6 kilometer lang ontdekten wetenschappers in totaal tachtig verschillende soorten dieren zoals sponzen, zakpijpen en anemonen. Ze leven in een geul die kunstmatig is verhard, zodat het eiland niet afkalft, waardoor 42,5 hectare harde ondergrond is ontstaan. Een leuke ontdekking voor de wetenschappers, maar ze waren vooral op zoek naar één speciale soort: de Sabellaria spinulosa

Deze ‘gestekelde zandkokerworm’ bouwt van zand kokervormige woonbuizen onder water. Deze wormen bouwen hun kokers aan elkaar vast en vormen zo riffen. Zulke riffen trekken allerlei onderwaterleven aan die er komen voor voedsel, bescherming en paring.

Sabellaria-rif is verdwenen

De Sabellaria-riffen zijn verdwenen. Vroeger, zo’n honderd jaar geleden, maakte de worm deel uit van de ‘harde’ structuren in de zee. De internationale Waddenzee kende indertijd drie biobouwers op verschillende dieptes. Groene velden zeegras in ondiep water, iets dieper schelpdierbanken van mosselen en platte oester. En nog iets dieper, tussen 6 en 12 meter onder de zeespiegel, de Sabellaria-wormen. 

Deze borstelwormen maken omhoogstekende zandbuizen in koraalachtige vormen: een soort orgelpijpen op de zeebodem. De Duitse naam is niet voor niets “Sandkoralle”. De riffen waren soms wel 100 hectare groot, vaak gemaakt op de restanten van weggezakte schelpdierbanken. 

Voor de goede orde: het gaat hier dus niet om de schelpkokerworm, een soort die losstaande buisjes van schelpgruis maakt. Die kun je regelmatig aantreffen op het Nederlandse strand.

In de vorige eeuw zijn de rifstructuren van de Sabellaria-wormen hard achteruit gegaan. Ze zijn flink verstoord door menselijke activiteiten, zoals baggeren, visserij en scheepvaart. Het laatste Nederlandse rif werd gevonden in de Eems-Dollard in 1955. 

Zeldzame vondst

Maar er gloort hoop. De zoektocht bij Texel was niet zonder succes. Het team van wetenschappers nam foto’s en schraapte stukjes van de ondergrond bij Texel en vonden daarbij één individu van de Sabellaria spinulosa

Dat is slechts de derde waarneming in de Nederlandse Waddenzee sinds 1955. Deze waarneming wijst erop dat de harde ondergrond mogelijk geschikt is voor het herstel van Sabellaria-riffen. Als het de wormen lukt zich verder te verspreiden, kunnen ze weer natuurlijke rifstructuren maken in de Waddenzee.

,,Eerlijk gezegd had ik helemaal niet verwacht dat we ze zouden vinden”, vertelt hoofdonderzoeker Martin Baptist van de Wageningen Universiteit. ,,Anderzijds: het gaat maar om eentje. Eén zwaluw maakt nog geen lente, één Sabellaria nog geen rif.”

Herintroductie

Daarom vindt Baptist het de hoogste tijd om meer energie te steken in het terugbrengen van deze riffen. ,,Het zeegras is voorzichtig aan het herstellen, aan platte oesterbanken wordt gewerkt en met mosselbanken gaat het zelfs ontzettend goed. Maar aan de Sabellaria wordt nog niks gedaan.” 

Baptist hoopt op herintroductie, eventueel met een beetje menselijke hulp. De verharde geul bij Texel lijkt een perfecte plek, het is een groot gebied. De diepte is goed, de harde ondergrond ook en de stroming is snel genoeg, want er moet voldoende zand voorbijkomen voor de wormen om hun kokers mee op te bouwen. 

,,We plaatsen in de Waddenzee allerlei kleinschalige, dure en kunstmatige rifstructuren. Maar de Sabellaria is een natuurlijke rifbouwer. Hoeveel mooier wil je het nog hebben?”

Massale larvenproductie

Nu zit het dier vooral nog in de Bruine Bank, een gebied in de Noordzee tegen de grens van het Verenigd Koninkrijk. Vandaaruit spoelen er wel mondjesmaat wat larven de Waddenzee in – zo ontdekten de onderzoekers – maar niet genoeg om een populatie te starten. ,,Om deze biobouwer weer terug te krijgen, moet je ín de Waddenzee zelf massale larvenproductie hebben.”

Volgens Baptist zouden de wormen zich hier opnieuw kunnen vestigen. De larven kunnen oude riffen ruiken. ,,Die zijn in de internationale Waddenzee misschien nog te vinden als je heel goed zoekt. Dan weten ze dat dat een geschikte plek is, en zullen ze zich daar sneller hechten.” 

WadWeten

Onder de noemer WadWeten publiceren de Waddenacademie en de Leeuwarder Courant iedere maand een artikel over recent onderzoek op en rond de Wadden. Wetenschapsjournalisten Wouter Hoving en Rob van der Wal beschouwen verschillende kennisdisciplines, waaronder de biologie, geologie en cultuurhistorie. Deze WadWeten verscheen ook op de website van De Leeuwarder Courant.

Bron

Baptist, M. J., Coolen, J. W. P., Bos, O. G., Bittner, O., van der Weide, B. E., & Peck, N. (2025). Hard substrate fauna on a sublittoral rock revetment in the western Wadden Sea, the Netherlands. Journal of Sea Research, 205, 102582.